Maximale leeftijd: 300.
Lengte: 0.60-1.30 meter.
Morele categorie: dagwezen.
Fysieke kenmerken: gespierd, metaal-/hout-/steenbewerking.
Geestelijke kenmerken: kordaat.
Gemiddeld cijfer voor uiterlijk: 6.2.

Omdat dwergen in (kleine) mijngangen of grotten wonen, zijn ze zelf ook klein en gedrongen. Meestal liggen de lengtes ong. tussen de 2,5 voet voor de dwergen uit Azië en 4,2 voet voor de dwergen die zich in de dorpen of steden hebben gevestigd.
Vaak hebben dwergen een ruige haargroei. Omdat ze al zo lang in de bergen wonen, en dan vooral in mijnen. Hebben ze ook de lichamelijke eigenschappen van een goede mijnwerker. Ze zijn sterk en hebben vaak veel uithoudingsvermogen, ze zien erg goed in het donker en kunnen zich gemakkelijk oriënteren. Dwergen trouwen al jong. Een meisje is op haar vijftiende volwassen, een jongen als hij zeventien wordt. De meeste huwelijken worden binnen twee à drie jaar na de volwassenwording gesloten. Dwergen krijgen meestal twee à drie kinderen, een enkele keer vier.

Dwergen zijn vaak kordaat en houden totaal niet van omslachtigheid of onnodige beleefdheden, daarom kan het voorkomen dat dwergen volgens andere wezens recht voor hun raap, of zelfs bot zijn. Een dwerg is wel erg gesteld op orde en netheid. Dwergen zijn daarom ook strenge maar vaak goede opvoeders.
De leeftijd van een dwerg is te vergelijken met die van een mens, in de meeste gevallen zal hij iets ouder worden. De gemiddelde leeftijd is dan ook, met aftrek van de kindersterfte, ong. 70 jaar.
Dwergen hechten een grote waarde aan tradities. Hoewel ze niet bijzonder godsdienstig zijn - de verering van Mortos van IJzer is omstreden - hebben ze rituelen om belangrijke momenten in het leven mee te markeren, zoals de geboorte van een kind, de volwassenwording, het huwelijk en de éénenveertigste verjaardag - op die leeftijd bereikt men de eerbiedwaardigheid, een bijzondere levensfase. Ook dood en begrafenis zijn met uitgebreide rituelen omgeven.

Dwergen bewonen Allavrië en Borgonon

Dwergen dienen Mortos, god van metaalbewerking en ijverigheid.

Voornamelijk leven dwergen in de bergen. Dat is hun meest natuurlijke leefomgeving. Of ze vroeger nog niet bestonden en of ze ergens anders leefden is niet bekend. De oudste overgeleverde geschriften vertellen ons dat de dwergen uit het noorden komen en van maden afstammen. Maar die theorie is erg omstreden, evenals dat ze uit zand en steen zijn geschapen. De dwergen zelf hechten aan deze theoriën weinig geloof. Zij beweren dat ze er altijd al geweest zijn, of in ieder geval als dwerg zijn geschapen. Het is in ieder geval zeker dat ze onlosmakelijk met de bergen verbonden zijn. Er zijn gevallen bekend van dwergen die verbannen werden uit de bergen en van heimwee ziek werden en uiteindelijk stierven.
Tussen rotsen en in grotten is vele malen gestreden tussen dwergen en trollen, waarbij de dwergen het dankzij hun intelligentie vaak wonnen van de brute kracht van de trollen. Maar niet altijd. De verhalen over dwergen die door trollen tragisch aan hun einde kwamen, worden nog altijd doorverteld en versterken de natuurlijke haat tegen de trollen.
Dwergen zijn van oorsprong goede smeden. Erg bekend is toch wel de Hamer van Ygserat-Kervas, of Aethels Halsketting. Ook bezitten dwergen van nature de gave om magie aan voorwerpen te binden. Ook de kunst wordt onder dwergen hooggeschat, met name als het om siersmeden gaat (sieraden of versieringen op wapens of andere voorwerpen).
De winters zijn in de bergen lang en streng en goede muziek wordt op prijs gesteld. Een goede musicus kan rekenen op een hartelijke ontvangst en grote eer. Dwergen tellen ook de koks onder kunstenaars. Eeuwenoude recepten worden nog steeds nagevolgd, verbeterd en verfijnd en iedere streek telt haar eigen culinaire traditie. Overigens wordt een groot deel van de gerechten uitsluitend door dwergen gewaardeerd.