Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Zijbalk

lexicon_fabularum

Lexicon Fabularum

Een in de myrofaswereld alom geprezen boek dat zoveel mogelijk fabelwezens beschrijft op een geordende manier. Het bevat ook de rassen die gespeeld kunnen worden op Bumetrel en Ypsilon. De rassen zijn schematisch ingedeeld in animal, homo, nymph of spiritus, waarin weer een gecategoriseerd is in denkend of niet (cogitans of nolle cogitans) en daarin zijn sommige wezens weer onderverdeeld in 'ontembaar en vaak niet al te slim' (fera), 'tembaar en vaak niet al te slim' (bestia) of in geval van een nymph, homo of spiritus: 'niet al te slim' (barbarus). Velen hebben het boek in huis als naslagwerk, maar het wordt ook op scholen gebruikt als lesboek.

Let op: het gaat hier om een boek met informatie voor de karakters. Deze informatie kan onjuist zijn.

Voorwoord

In de afgelopen twee eeuwen die dit boek heeft overleefd, is het een waardevol standaardwerk voor elke Myrofas gebleken. Al vanaf de eerste jaren nam het zeer snel toe in populariteit, een groei die bij de introductie in diverse schoolbibliotheken een hoogtepunt bereikte. Sedert dit hoogtepunt is de groei gestaag gebleven. Het exemplaar van het Lexicon Fabularum dat u nu in handen houdt, is weer een toevoeging aan de lange reeks van herschrijvingen en bewerkingen. Ik meen dat het oorspronkelijke boek door C. Linnaeus vaker dan 26000 maal is gecopiëerd. Het heeft diverse revisies ondergaan, allen onder leiding van bekende onderzoekers als Ailfrid Ulf, E.T.P. Honehome en Gaminer Abotan.
Gaandeweg werd het Lexicon steeds completer, tot aan de huidige versie, die, naar wij aannemen, zo goed als compleet is. Het bevat informatie over élk mogelijk bekend of onbekend 'fabelwezen', zoals men ons pleegt te noemen.
In deze versie van het Lexicon Fabularum is ook de mens opgenomen (Homo Sapiens). Het bleek nodig ook dit creatuur toe te voegen aan de complete lijst van rassen, om achtergrondinformatie te geven voor diverse van dit wezen afkomstige rassen.
Bovendien bevat het werk ook diverse beknopte waarschuwingen betreffende de omgang met fabelwezens, aanwijzingen over de magische eigenschappen van wezens, etcetera. Een zeer compleet, edoch beknopt werk.
Ik zou willen zeggen: een zeer volledig werk. Gebruik het goed.

T. Radegaan

Categorieën

  • Cogitans (C.): Intelligent
  • Nolle Cogitans (NC.): Niet intelligent
  • Animal Levend wezen. Qua verschijning ongelijk aan dat van Homo of Nymphae. Gedeeltelijk of geheel dierlijke verschijning, meer dan één lichaamsdeel doet dierlijk aan. Intelligent.
    • Bestia (AB.) (Wild) dier. Qua verschijning ongelijk aan dat van Homo of Nymphae. Gedeeltelijk of geheel dierlijke verschijning, meer dan één lichaamsdeel doet dierlijk aan. Tembaar. Variërend tussen ongevaarlijk en vrij gevaarlijk. Variërend tussen (redelijke mate van) intelligentie tot niet intelligent.
    • Fera (AF.) Wild dier. Qua verschijning ongelijk aan dat van Homo of Nymphae. Gedeeltelijk of geheel dierlijke verschijning, meer dan één lichaamsdeel doet dierlijk aan. Ontembaar. Variërend tussen ongevaarlijk en dodelijk. Variërend tussen (redelijke mate van) intelligentie tot niet intelligent.
  • Homo Mensen, mensachtigen. Qua verschijning gelijk aan dat van de mens, maar verschillend in grootte of kleur. Intelligent.
    • Barbarus (HB.) Mensen, mensachtigen. Qua verschijning gelijk aan dat van de mens, maar verschillend in grootte of kleur. Niet (bijster) intelligent.
  • Nymphae Elfachtigen, Faeries, Nymphen. Menselijke verschijning, maar langer/slanker/fijner gevormde lichaamsdelen zoals vingers, oren en ogen, soms gevleugeld of anderzins afwijkende lichaamsdelen dragend. Maximaal een lichaamsdeel heeft een dierlijke verschijningsvorm. Intelligent.
    • Barbarus (NB.) Elfachtigen, Faeries, Nymphen. Menselijke verschijning, maar langer/slanker/fijner gevormde lichaamsdelen zoals vingers, oren en ogen, soms gevleugeld of anderzins afwijkende lichaamsdelen dragend. Maximaal één lichaamsdeel heeft een dierlijke verschijningsvorm. Niet (bijster) intelligent.
  • Spiritus Geestachtigen. Alle wezens die niet bestaan uit een fysiek lichaam. Categorie bevat ook de geestelijke nog aanwezige gestalte van overleden Animal, Homo of Nymphae. Zowel intelligent als niet intelligent.
    • Bestia (SBe.) Geestachtigen. De geestelijke nog aanwezige gestalte van een overleden Animal Bestia. Voor verklaring, zie Animal Bestia.
    • Fera (SF.) Geestachtingen. De geestelijke nog aanwezige gestalte van een overleden Animal Fera. Voor verklaring, zie Animal Fera.
    • Barbarus (SBa.) Geestachtigen. De geestelijke nog aanwezige gestalte van een overleden Homo Barbarus of Nymphae Barbarus. Voor verklaring, zie beide genoemde categorieën.

Arcanus Potens

B

  • Blasphemo: Vervloeken
    • sanitas: een (dodelijke) ziekte geven

C

  • Crudelitates Sanguini: Doden of verwonden bespoedigen door magisch gebruik van eigen bloed
    • combibo: bloed van slachtoffer drinken door vingeraanraking, zonder littekens na te laten
    • incuratis: bloed van slachtoffer verdunnen zodat wonden niet genezen
    • silentium: cirkel creëren waarbinnen alle geluid verdwijnt

E

  • Erus Umbra:: Heersen over schaduwen
    • foris: schaduwen als deur naar elkaar gebruiken
    • infuscio orbis: een schaduwencirkel creëren om de eigen persoon heen
    • persona: de eigen persoon een tijdlang in een schaduw veranderen

I

  • Inclino Bestia: Dierachtige eigenschappen aannemen
    • confero: lichaam van een dier tijdelijk overnemen, het eigen lichaam daarbij achterlatend
    • facies: uiterlijk van een dier aannemen
    • lupus: wolfachtige klauwen en tanden aannemen
  • Infidelis Facies: Illusionisme
    • sol: zonsverduistering
  • Invisum: Onzichtbaarheid

M

  • Mutatio: Veranderen van…
    • positus I: Positie - door te verdwijnen en verschijnen op een andere plaats
    • positus II: Positie - door te versnellen tot enorme snelheid, met het oog niet waarneembare verplaatsing

O

  • Optare: Wens (zelf vervullend) tot…
    • apparere: Uit het niets laten verschijnen van voorwerpen
    • orcus: Doden van een levend wezen

P

  • Potens Ligo Machina: Magische eigenschappen aan voorwerpen verbinden
  • Previdio: Voorspellen
    • natio: geboortevoorspellen
    • praegnans: zwangerschapsvoorspellen

S

  • Socius Cogito: Telepathie
  • Sano: Genezen
    • ipse: zelfgenezen

V

  • Viscissitudo: Vervormen van lichamen
    • os: botweefsel vervormen
    • viscus: vlees, spieren en vetweefsel van lichamen vervormen
    • visio: uiterlijk van eigen lichaam veranderen

Index

Animal Cogitans

Bastetkat

C. Animal Bestia Feles Nigra Bubastet

Plaats van voorkomen

De Feles Nigra Bubastet is een uit Egypte afkomstige (AB.) Feles Fabulae. Gedeeltelijk vanwege haar populariteit onder de daar wonende menselijke bevolking, en de verering door diezelfde bevolking, heeft de soort zich verspreid over de gehele beschaafde (bereikbare) wereld.

Uiterlijke beschrijving

De Bastetkat ziet eruit als een normale zwarte huiskat. Andere kleuren worden niet aangetroffen.

Eigenschappen:

De Feles Nigra Bubastet is een zeer intelligente Feles Fabulae met een bijzonder hoge eigendunk. Bastetkatten zijn afkomstig van een kleine lokale Egyptische ondersoort van de Feles Fabulae. Ze werden uitermate populair bij de toenmalige Egyptische bevolking, die hen als goden vereerden. Hierdoor is de Bastetkat gewend met respect behandeld te worden. Ze kan bijzonder agressief worden wanneer ze van mening is dat haar te weinig verering ten deel valt. Over het algemeen leeft deze soort in voortdurende afwisseling tussen agressie en bijzondere speelsheid.
De oude Egyptische bevolking vereerde deze kat als beeld van de goede kant van de godin Hathor. De Sekhmetleeuw werd als haar tegenpool gezien. Ze was het icoon voor vreugde, dans, muziek en feest. Tevens was ze het icoon voor vruchtbaarheid, gezien het feit dat de Bastetkat zich bijzonder snel vermeerdert, snel zelfstandig is, en lang leeft. (Gemiddelde leeftijd: 40 jaar)
Men beweerde dat deze soort de macht had om een zonsverduistering teweeg te brengen. Dit moet naar het rijk der fabelen verwezen worden. De Egyptische magiërs vereerden de kat ook vooral hierom, aangezien zij niet bij machte waren de verduistering weg te nemen. Waarschijnlijk hanteerden de vroege Bastetkatten hun illusionisme en creativiteit als machtsmiddel over de Egyptenaars. Een gevolg hiervan, is dat de zonsverduistering, of het licht wegnemen, een specialiteit geworden is van de Feles Nigra Bubastet. De soort is hier zo sterk in, dat de illusie praktisch niet wegneembaar is.
De Bastetkat is bijzonder ijdel en meestal trots op haar gitzwarte vacht.

Magische eigenschappen:

Infidelis facies
Infidelis facies sol

Verwantschap:

(AB.) Feles Fabulae (Pushi)

Bibliotheekdraakjes

C. Animal Bestia Squama Parvus Scrinium

Plaats van voorkomen:

Oorspronkelijk kwamen deze draken enkel voor in de bergen, waar ze samen met de andere draken in harmonie leefden. Indertijd waren het de bilbiotheekdraakjes die de grotten van de andere draken schoon hielden in ruil voor bescherming. Voedsel was niet erg moeilijk te zoeken voor de bibliotheekdraakjes, want net zoals mensen en myrofas eten zij zowel vruchten als vlees. Later hebben enkele luchtelfen deze dieren overgehaald met hen mee te gaan. Nu leeft een deel nog in het wild bij de draken en een ander deel is werkzaam voor myrofas. Hun voorkeur gaat uit naar bibliotheken en archieven, daarom worden ze ook bibliotheekdraakjes ofwel archiefdraakjes genoemd.

Uiterlijke beschrijving:

De bibliotheekdraakjes zien er ongeveer hetzelfde uit als de gewone draak, ware het niet dat deze maximaal een meter groot worden. Ze hebben vier poten, twee achter en twee voor en lopen enkel op de achterste. De voorpoten hebben dezelfde functie als onze handen, maar bevatten ook zeer scherpe nagels waar men voor op moet passen. Ze hebben twee vleugels die enkele centimeters boven hun koppen uitsteken en waarvan de onderkant de grond net niet raakt. Deze vleugels zijn vrijwel identiek (hoewel kleiner) dan die van een gewone draak. De draken zijn enkel te vinden in bruintinten met zo nu en dan een geel/goudgloed, hoewel deze zeldzaam zijn.
De jongen van een bibliotheekdraak worden geboren uit een ei. Zodra ze geboren zijn zijn ze ongeveer tien centimeter groot. Ieder jaar komt daar een paar centimeter bij. De eerste vijf jaar groeien ze ongeveer vijf centimeter per jaar, daarna zal het per jaar een centimeter afbouwen tot ze enkel een centimeter per jaar groeien tot ze een meter zijn (dan zijn ze zo'n 64 of 65 jaar). Zodra ze hun maximale lengte bereikt hebben blijven ze nog ongeveer tien jaren leven, waarna men de lichamen van de dieren langzaam ziet sterven. Ze verliezen eerst hun vleugels, ze worden doof, blind, lijken te krimpen en ze worden zwakker. Uiteindelijk zal het dier zijn woonplaats verlaten en een bos zoeken waar hij bij voorbaat in een hoge boom nog eenmaal naar de lucht kan kijken alvorens te sterven. Waarom bibliotheekdraakjes dit doen en hoe ze weten dat ze stervende zijn, is een raadsel.

Eigenschappen:

Huisdraakjes zijn zeer intelligente wezentjes. Ze spreken onderling een taal die voor myrofas niet te begrijpen is, maar zijn in staat andere talen te leren. Het duurt twee jaar om een bibliotheekdraakje Latijn te leren en men kan beginnen zodra de draak een half jaar oud is. Hij zal nooit de taal leren spreken, ze zijn niet in staat andere geluiden dan grommende of piepende voort te brengen, maar kunnen de taal wel schrijven, lezen en verstaan. Daarom zijn ze zo geliefd in bibliotheken en archieven. Een draak is in staat een bibliotheek ter grootte van honderd boeken te onderhouden.
In tegenstelling tot wat velen denken kunnen deze draken geen vuurspuwen. Waarschijnlijk kan de wilde versie dit nog wel, aangezien enkele bibliotheekdraakjes in staat zijn om rook uit hun bek te laten komen.
Naarmate de draken ouder worden worden ze niet alleen intelligenter, ze worden ook sterker en zijn ook in staat meer werk te verrichten in minder tijd. Daarbij zijn de oudere draken ook perfecte leidinggevenden. Draken van tien jaar en ouder zijn in staat een telepathische gave te ontwikkelen. Hiermee kunnen ze (bewegende) beelden opsturen naar de ontvanger (hoe ouder hoe ingewikkelder en dynamischer de beelden kunnen zijn). Zodra ze 65 jaren oud zijn kunnen ze in staat zijn om ook woorden en zinnen op te sturen en kunnen ze dus min of meer praten (men vermoed dat dit komt omdat ze dan uitgegroeid zijn en hun lichaam dus klaar is om andere vaardigheden te ontwikkelen). Deze draken worden dan ook vaak als tolk gebruikt tussen de jongere draken en de meester.
Draken kennen een strenge vorm van hiërarchie gebaseerd op wie het oudst is en vervolgens wie de meeste intelligentie bezig. Deze hiërarchie is duidelijk voor de draakjes en ze zullen hier nooit aan twijfelen of een poging doen dit te ondermijnen. Voor hen is duidelijk dat myrofas boven hen staan, vooropgesteld hun meester, die ze boven alle myrofas zullen gehoorzamen.

Magische eigenschappen:

Crudelitates silentium
Enkele zijn in staat telekinese te gebruiken op voorwerpen.

Verwantschap:

(AF.) Squama magnus ignis (Draak)

Centaur

C. Animal Humanus Equus

Plaats van voorkomen

De eerste Centaurs komen volgens bijzonder oude bronnen oorspronkelijk uit Perzië. Deze eerstelingen van het ras waren een wreed, onbeheersd en wild ras, dat zich gaandeweg uitbreidde over het hele Perzische gebied. Het ras had een eigen rijk dat als beschaving een paar eeuwen bloeide.
Het ras werd echter een vernietigende slag toegebracht door het menselijke Griekse ras. Het rijk stortte ineen rond het jaar 479 vC, waarna de centaurs in groepen uiteenzwermden over de wereld. Sedertdien leeft het ras voornamelijk in bossen, in kleine nederzettingen.

Uiterlijke beschrijving

De centaurs zijn ruwweg te omschrijven als paardmens. Het ras heeft het lichaam van een paard, maar waar de romp normaliter overgaat in een hals met hoofd, gaat hier de romp over in een menselijk bovenlichaam.
Centaurs zijn over het algemeen sterk en uitzonderlijk snel vanwege hun paardenlichaam. Ook het menselijke gedeelte van het lichaam is gespierd, pezig en krachtig.
Het wezen is lang, gezien het feit dat het de paardenromp combineert met de menselijke romp. Afhankelijk van de clan zijn er verschillen in lengte. Er zijn zelfs centaurs bekend die men gerust 'dwerg' kan noemen. Meldingen van dit ras komen voornamelijk voor op de Shetlandeilanden bij Engeland. Deze telgen van het ras der Centaurs zijn kort en gedrongen, en hebben een ruwere beharing dan de normale centaurs. Waarschijnlijk is er verwantschap met Dwergen, hoewel dat niet bevestigd is.
Centaurs hebben paardenoren, en van hun menselijke romp is in ieder geval de rug en de overgang naar het paardenlichaam sterk behaard. Bij een aantal clans is het menselijke lichaam compleet bedekt met een vacht, maar het gezicht en de handen zijn altijd onbehaard of zeer licht behaard.

Eigenschappen

De centaur leeft in gemeenschappen, clans of kuddes genoemd, waarin diverse gezinnen samen een nederzetting vormen. Per gezin zijn er meestal drie tot vier jonge centaurs.
Het ras is in een redelijk simpele tweedeling onder te verdelen. Er zijn de Goede Centaurs, een tak van het ras dat eigen emoties zeer goed beheerst, en als gevolg daarvan redelijk kil of minzaam kan overkomen. Deze ondersoort is meestal goed gemanierd, en leeft in redelijk grote clans voornamelijk in grote bosgebieden, die ze beschouwen als hun persoonlijke territoria. Daarnaast is er de Slechte Centaur, een meer rondzwervende tak van het ras. Deze wezens beheersen hun eigen emoties slecht, en kunnen als gevolg daarvan ronduit agressief overkomen. Hun manieren zijn lang niet zo goed als die van de Goede Centaurs. Beide takken van het ras beschikken over een hoogontwikkelde intelligentie, en zijn sterk sociaal gericht. Echter: alleen de eigen clan en het eigen ras genieten die sociale aandacht, myrofas in het algemeen liggen zo goed als volledig buiten hun interesses.

Magische eigenschappen

Socius Cogito

Verwantschap

(H.) Sapiens (Mens)

Faun

C. Animal Humanus Capra

Plaats van voorkomen

Oorspronkelijk komt het ras Faun uit Griekenland, Albanië, Bulgarije en Italië. Het woonde in kleine gemeenschappen in de diepe wouden. Tegenwoordig is dat onmogelijk, en leven faunen overal ter wereld, in grotere groepen om voor een betere verdediging te kunnen zorgen.

Uiterlijke beschrijving

Faunen hebben een menselijk lichaam, maar het wijkt af bij het onderlichaam, waar het bestaat uit twee achterpoten van een geit. De wezens zijn hierdoor vrij kort, van 1.10 meter tot maximaal 1.40 meter lang.
Het onderlichaam is volledig behaard, en vaak loopt de haardos door tot op de rug, of zelfs de schouders, tot aan de nek toe, waar het haar overgaat in het hoofdhaar. Het haar is vaak donker, maar kan zowel gekruld als steil zijn.
Faunen dragen kleine, gekrulde hoorns, of korte stompe hoorntjes bovenop hun hoofden.

Eigenschappen

Het wezen is een bijzonder vrolijk en sociaal dier, houdt veel van muziek, dansen en andere kunstvormen, en is watervlug.
De faun kan ongeremd of onbeheerst overkomen door zijn vrolijke en spontane natuur. Het gebeurt niet zelden dat een wezen van een geremder ras zich bijzonder beledigd voelt door een opmerking van een faun.
Als één van de weinige rassen is de faun wars van agressie en oorlogen. Het ras houdt zich totaal afzijdig van alle oorlogen, en trekt zich liever voortdurend terug dan mee te helpen aan het bespoedigen van vrede.
Faunen hebben in de geschiedenis slechts één keer meegewerkt aan oorlog, namelijk tijdens de oorlog tegen de mens. Sindsdien wonen deze wezens in grotere, minder geïsoleerde dorpen, uit voorzorg. Bovendien zijn er overeenkomsten aangegaan met elfen en centaurs over bescherming van de dorpen.
Gezinnen van Fauns zijn vaak niet groter dan 4 kinderen, maar het komt zeldzaam voor dat er 7 of meer kinderen in één gezin wonen.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(H.) Sapiens (Mens)

Knuffeldiertje

C. Animal Suavis Natura Comis

Plaats van voorkomen

Het knuffeldiertje kan in principe overal over de wereld voorkomen, maar niet in het wild. Het is een echt huisdier en hecht zich aan één persoon. Waar ze vandaan komen is onbekend, hoe ze zijn geworden tot wat ze zijn eveneens.
Ze leven zoals hun baasje hen ‘gebiedt’ te leven. Als er meerdere knuffeldiertjes in één huishouden wonen kunnen ze uitstekend samen leven. Als individu kan het echter ook uitstekend overleven, mits er genoeg aandacht aan het wezentje besteed wordt.

Uiterlijke beschrijving

Het dier kan er verschillend uitzien. Iedere knuffel in de vorm van een dier die men kan vinden zou een Knuffeldiertje kunnen zijn.
Ze hebben geen geslacht. Hoe ze zich voortplanten is onbekend. Het zijn raadselachtige wezens die vrijwel onmogelijk te vinden zijn. Ze tonen zich enkel aan wezens waarvoor ze het nodig achten.

Eigenschappen

Knuffeldiertjes zijn raadselachtige wezens. Naar het schijnt hebben ze meer magische eigenschappen dan men tot nog toe heeft vastgesteld. Wat echter zeker is, is dat het van het specifieke knuffeldiertje afhangt welke eigenschappen deze précies heeft. Enkelen genezen, anderen beschermen en weer anderen vrolijken je op. Sommige knuffeldiertjes kunnen praten, maar lang niet allemaal.
Enkele eigenschappen hebben ze echter allemaal. Knuffeldiertjes worden niet gekozen, zij kiezen hun eigen baasje. Als ze gedwongen worden zich aan een persoon te hechten zullen ze op den duur sterven. Daarbuiten zijn ze praktisch onsterfelijk.
Een hardnekkige mythe beweert dat het knuffeldiertje een parasiet is die een knuffel gebruikt om in te leven. Hiervan is het tegendeel aangetoond. Het knuffeldiertje bestaat zolang het een knuffel is uit gewone vulling en stof, maar zodra het verandert in zijn diervorm zal het een écht wezen van vlees en bloed worden. Het is dan ook gemakkelijk op te lappen in hun knuffelvorm met simpel naald en draad.
Verder bezitten ze ook allen de eigenschap om naar believen van uiterlijk te wisselen. Dit gebruiken ze echter maar zelden, en zeker niet wanneer hun baasje niet weet dat de knuffel in kwestie een knuffeldier is. Het is echter een handige truc wanneer de ouders van een kind de knuffel weggooien. Zo kunnen zij in een andere vorm gemakkelijk terugkomen.
Nog een kenmerkende eigenschap is het feit dat ze kalmerend en geruststellend werken voor hun baasje. Enkelen bezitten de eigenschap te kunnen praten, anderen kunnen slechts via telepathie contact maken. Een enkeling zegt helemaal niets, maar de reden daarvoor is onbekend. Het is goed mogelijk dat het diertje niet wil praten, maar het wel degelijk kan.
Verdere eigenschappen zijn onbekend, of in ieder geval niet onomstotelijk bewezen. Dit is gedeeltelijk omdat ze ieder apart gaven bezitten en gedeeltelijk omdat ze veel van hun krachten niet tonen. Het zijn wijze dieren (hoewel ze ook dit niet altijd tonen) die weten wanneer iets nodig is. Ze hebben een taak die ze zullen blijven volhouden tot ze sterven.

Magische eigenschappen

Inclino Bestia facies
Infidelis Facies
Previdio
Socius Cogito
Sano
Viscissitudo visio

Verwantschap

Geen.

Pushi

C. Animal Bestia Feles Fabulae

Plaats van voorkomen

De Pushi komt oorspronkelijk alleen uit de regenwouden van Peru. Van daar uit heeft de kat zich verspreid via Egypte naar de rest van de wereld.
Tegenwoordig is de Pushi zo goed als uitgestorven. Ze komt alleen nog voor in het land van oorsprong, Peru.
De tamme exemplaren zijn zo zeldzaam dat er niet van een populatie gesproken kan worden.

Uiterlijke beschrijving

De Pushi is een kat die voornamelijk in een gestippelde kleurslag voorkomt. Ze kent diverse andere kleuren, waaronder een zeer zeldzame variant: lichtgroen.
De kat is een erg slanke, kortharige katachtige. Haar oorsprong is onbekend, hoewel ze wel verwantschap heeft met de normale wilde kat.

Eigenschappen

De Pushi is een zeer schuwe katachtige. Ze leeft strikt solitair, behalve in de paringstijd. Dan vormt de soort kleine groepjes, die bij elkaar blijven tot de jongen volwassen zijn. De kat is redelijk intelligent, maar haar intellect is lager dan die van bijvoorbeeld de Feles Nigra Bubastet, die van haar afstamt.
De Pushi is over het algemeen licht magisch begaafd. De lichtgroene variant is echter sterk (magisch) begaafd, en intelligenter dan zijn soortgenoten.
De Feles Fabulae is de stamvader van alle andere fabelkatten.

Magische eigenschappen

Infidelis facies
Invisum
Socius Cogito

Verwantschap

(AB.) Feles Nigra Bubastet (Bastetkat)
(AF.) Feles Leo Sakhmet (Sekhmetleeuw)

Sekhmetleeuw

C. Animal Fera Feles Leo Sakhmet

Plaats van voorkomen

De Sekhmetleeuw komt alleen voor in de Sahara, Afrika.

Uiterlijke beschrijving

De Sekhmetleeuw is qua uiterlijk gelijk aan de normale leeuw. Over het algemeen is de Sekhmetleeuw iets slanker en heeft een fijner belijnd gezicht.

Eigenschappen

(AF.) Feles Leo Sakhmet, in Egypte ook bekend onder de naam “Werethekau”, is een zeer agressieve afstammeling van een kruising tussen de (AB.) Feles Fabulae en de normale leeuw. Ze is intelligent, bloeddorstig en berekenend.
De Sekhmetleeuw zal wezens die in haar buurt komen aanvallen met de bedoeling hen te doden. De weinige wezens die aan haar woede ontsnappen worden door haar vervloekt, met als gevolg dat ze een (dodelijke) ziekte krijgen.
Voor zover bekend is er slechts één manier om levend aan haar wraak te ontsnappen, namelijk door haar een alcoholhoudend offer aan te bieden. In dat geval zal ze je genezen van alle ziektes.
De vroegere Egyptenaren aanbaden de Sekhmetleeuw als de kwade kant van hun godin Hathor (haar tegenpool in deze religie is de (AB.) Feles Nigra Bubastet). Ze symboliseerde de vernietigende kracht van de zon, vergelding, ziekte en genezing.

Magische eigenschappen

Sano
Blasphemo sanitas

Verwantschap

(AB.) Feles Fabulae (Pushi)

Sfinx

NC. Animal Fera Humanus Leo

Sirene

C. Animal Nymphaeus ales fatalus

Plaats van voorkomen

De sirenen vinden hun oorsprong op de eilanden tussen Sorrento en Capri. Nog altijd is dat de plaats waar ze het liefst verblijven, hoewel tegenwoordig sirenen ook buiten die eilanden steeds vaker voorkomen door het steeds minder puur wordende sirenenbloed.

Uiterlijke beschrijving

De onderste helft van een gestalte van een sirene komt overeen met dat van een vogel (inclusief twee vogelvleugels, ter grootte van de rest van hun lichaam) en de bovenkant is menselijk. Het lichaam van een sirene is bedekt met veren, op het gezicht en de armen na. Afhankelijk van het aantal geslachten tussen de eerste Sirene (Parthenope) is een sirene meer of minder menselijk/vrouwelijk. Hun gezichten worden als zeer prachtig ervaren door (voornamelijk mannen uit) verschillende rassen.

Eigenschappen

Opmerkelijk is het feit dat dit ras slechts bestaat uit vrouwen. Bij het gebrek aan mannen in hun eigen ras zal men mannen uit andere rassen verleiden om te voorkomen dat hun eigen ras uit zal sterven. Na de geboorte van een kind, of soms al tijdens de zwangerschap ontdoet men zich echter vaak van deze man, die ook als last ervaren wordt.
De stem van een sirene is zeer krachtig en zeer helder van klank in een zangstuk, waardoor het uitzonderlijke zangeressen zijn. Hun armen worden vaak gebruikt om een fluit of citer te spelen. Veel sirenen zijn dan ook muzikaal aangelegd.
Sirenen worden gezien als gemene wezens die zich graag anders, liever en aardiger, voordoen dan dat ze in feite zijn. Ook ijdelheid is een kenmerk wat zeer beschrijvend is voor dit ras. Verder zijn het over het algemeen vasthoudende wezens wat betreft het uitvoeren van hun doelen.

Magische eigenschappen

Betoverende/bedwelmende zang (Magische kracht ervan wordt steeds minder naar mate er meer geslachten tussen Parthenope en de huidige sirenes zitten)

Verwantschap

Brevis (Nimf)

Weerwolf

C. Animal Fera Humanus Lupus

Plaats van voorkomen

Weerwolven komen overal ter wereld voor.

Uiterlijke beschrijving

De weerwolven zijn op te delen in drie ondersoorten, waarvan van één het bestaan officieel ontkend wordt. Weerwolven hebben een eigen beginvorm, de Eigenvorm of Tanna, en een weerwolfvorm, de Nieuwvorm of Attanna. Ze kunnen hier vaak naar eigen believen tussen veranderen.
Weerwolven ontstaan uit mensen of wolven, na de beet van een weerwolf. Een wolf/weerwolf of Grawn heeft als tanna de wolfvorm. Zijn attanna heeft een menselijke gestalte, maar is bedekt met een donkerbruine tot zwarte wolvenvacht. Het hoofd draagt wolvenoren, de mond staat iets naar voren en is gevuld met scherpe carnivoren-tanden, de ogen zijn wolfachtig. Wenkbrauwen worden aangegeven door een donkere verkleuring van de vacht in het gezicht. Verder draagt deze verschijning een wolvenstaart, en loopt rechtop, op twee benen.
De mens/weerwolf of Hana heeft als tanna de mensvorm. De attanna]]is soortgelijk aan die van de Grawn, maar de vacht is licht van kleur.
De laatste, ongeaccepteerde weerwolfvorm is de Metis. Metis worden geboren uit twee weerwolven, en zijn dus vanaf hun geboorte al weerwolf. Ze zijn echter altijd albino, dus volledig wit, en hebben geen tanna, maar houden altijd hun attanna. Deze soort wordt bij elke clan uitgestoten. Metis zijn onvruchtbaar en fysiek zwak, maar zijn uitzonderlijk goed in de specifieke clan-eigenschappen van beide clans waartoe de ouders behoorden.

Eigenschappen

Weerwolven kunnen, afhankelijk van hun maanfase, tussen hun tanna en attanna wisselen naar eigen vrije wil. Sommige maanfasen zijn zeer slecht in het bedwingen van de tanna, en veranderen bij een wisseling van emoties al naar hun tanna-vorm. Anderen hebben hier volledige controle over, en wisselen zelfs niet ongewild van vorm bij de extreemste woede.
Weerwolven hebben niet, zoals vampieren, een eeuwig leven. Ze zijn gebonden aan een menselijke leeftijd, waardoor ze niet veel ouder worden dan zeventig jaar.
Een weerwolf in zijn tanna-vorm is kwetsbaarder dan in de attanna-vorm. In de attanna-vorm is elke weerwolf het doeltreffendst en snelst te doden met zilveren wapens, andere vormen van wapentuig zullen niet veel schade aanrichten.
De Humanus Lupus is een maansgebonden wezen. De maanfasen oefenen sterke invloed uit op elke weerwolf. Zo is het ras bij nieuwe maan, wanneer de maan volledig verdwenen is, niet in staat om zijn attanna-vorm aan te nemen. Bij volle maan voelt elke weerwolf een zeer sterke behoefte de attanna-vorm aan te nemen en te jagen, en er zijn dan ook maar weinig weerwolven die die behoefte kunnen weerstaan.
Weerwolven worden geboren door de beet van een andere weerwolf. Deze weerwolf wordt gezien als broer of zus, de clan zal de nieuwe weerwolf opvoeden, en verzorgen.
De maanfase waarin de weerwolf 'geboren' is, is van invloed op het karakter en de magische eigenschappen van een persoon. Deze maanfasen zijn zelfs dusdanig belangrijk dat ze de weerwolf als tweede naam dienen:

  • Afnemende maan: Anturnis - Geeft een voorliefde voor geneeskunde of verzorging van andere wolven. (Magisch: matig getalenteerd)
  • Nieuwe maan: Novis - Geeft creativiteit en vernieuwende ideeën. (Magisch: ongetalenteerd)
  • Halve maan: Lovitis - Geeft beoordelingsvermogen en rechtsgevoel, deze wolven dienen vaak als rechters binnen de clan. (Magisch: ongetalenteerd)
  • Wassende maan: Semaris - Geeft waakzaamheid, bedachtzaamheid en voorzichtigheid. (Magisch: gemiddeld)
  • Volle maan: Vanitis - Geeft positiviteit en een snelle geest. (Magisch: getalenteerd)

Grawn zijn over het algemeen impulsiever, agressiever, moeten geheel worden opgevoed vanaf hun geboorte als weerwolf. Hana hoeven alleen een extra training als weerwolf te krijgen, ze zijn grotendeels al opgevoed tot redelijke wezens.
Het is een weerwolf verboden een levenspartner te zoeken onder zijn of haar mede-weerwolven. Het wezen zal een levenspartner moeten zoeken tussen de wezens van andere rassen, mensen of wolven. Ingaan tegen dit gebod veroorzaakt uitstoting van de clan, en alle nakomelingen zullen Metis zijn.
Een weerwolf zonder zijn of haar clan voelt zich bedreigd en alleen, de clan en de onderdanigheid tegenover de leider ervan gaan boven alles. Clanleiders zijn over het algemeen Hana.
Wanneer een weerwolf oud wordt zal het vormwisselen moeizaam gaan, en kiest de wolf voor een definitieve verschijningsvorm, de tanna of de attanna. De meeste weerwolven kiezen de tanna als definitieve vorm. Na verloop van tijd is het zelfs vrijwel onmogelijk geworden nog de volledige andere vorm aan te nemen. De oude wolven worden door de roedel opgevangen en verzorgd tot ze zich terugtrekken om te sterven. Enkele Hana keren terug naar de mensen, Grawn keren echter nooit terug naar de wolven, maar zwerven solitair rond wanneer ze zich afzonderen.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(H.) Sapiens (Mens)

Animal Nolle Cogitans

Alicanto

NC. Animal Bestia Ales Aureus

Plaats van voorkomen:

De Alicanto komt van oorsprong uit Zuid-Amerika en dan met name Chili. Vanuit Chili verspreidde de Alicanto zich naar de rest van Zuid-Amerika en later naar bijna elke bergachtige plaats, zoals het Himalaya gebergte waar het zijn natuurlijke voedsel haalt uit de daar aanwezige mineraaladers.

Uiterlijke beschrijving:

De Alicanto is een vogel en word ongeveer één tot ander halve meter groot. Wanneer de Alicanto goud eet straalt het dier als de zon, wanneer het zilver eet schittert als de maan. Mijnwerkers die de Alicanto van een afstand zien in het donker volgen het dier in de hoop dat het hen naar goud zal leiden. Het licht dooft echter wanneer de vogel zijn vleugels dichtklapt.

Eigenschappen:

De Alicanto is een sluw dier dat, wanneer het door heeft dat het wordt gevolgd zijn achtervolgers naar een klif leid waarin deze vervolgens de dood vinden. Het dier leeft het grootste deel van zijn leven alleen, maar vormt in de paringstijd stelletjes. De stelletjes bouwen samen een nest op een beschut plekje ergens op de rotsen waar het vrouwtje twee tot drie eieren legt. Tijdens de broedperiode zorgt het mannetje voor voedsel terwijl het vrouwtje op het nest blijft om de eieren uit te broeden. Zodra de eieren uitgekomen zijn en het vrouwtje zelf weer voedsel kan zoeken vertrekt het mannetje weer om in eenzaamheid te leven op zoek naar goud en zilver.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap:

Geen.

Basilisk

NC. Animal Fera Serpens Magnus Pes

Bijtspin

NC. Animal Fera Magnus Aranea

Cerberushond

NC. Animal Fera Canis Caput Caput Caput

Plaats van voorkomen:

Cerberushonden kwamen eerder vooral in Cedorillian voor, hun land van oorsprong. Doordat het in hun natuur zit om te zwerven zijn ze inmiddels echter op vele plaatsen te vinden. Het zijn echte nachtwezens die zich overdag terugtrekken in grotten of dicht beboste gebieden.

Uiterlijke beschrijving:

De Cerberus is een driekoppige hond, met de slangenkoppen als manen en een lange slang als staart.
Zijn vacht is meestal zwartgekleurd of heel donkerbruin. Hierdoor, en door de rijen van scherpe tanden in elk van de drie monden wordt het dier ook wel een hellehond genoemd in de volksmond.
De slangen verschillen van kleur, al zijn ze veelal zwart. De slang aan de staart is erg giftig.
De mannelijke honden zijn gemiddeld groter en sterker dan de vrouwelijke variant. Ze hebben een schouderhoogte van tussen de 100 en 130 centimeter hoog (vergelijkbaar met een leeuw) en wegen tussen de 50 en de 70 kilogram. De vrouwtjes hebben in tegenstelling maar een schouderhoogte van 80 tot 100 centimeter en hebben een gewicht rond de 40 à 50 kilogram.

Eigenschappen:

Cerberushonden zijn solitaire en woeste wezens.
Als je er eentje tegenkomt, zal hij je zonder twijfel doden. De vrouwtjes doen dit ter bescherming van hun pups, de mannetjes ter bescherming van hun territorium. Ze gebruiken hun scherpe tanden of bijten je met hun slangenstaart.
Het zit in hun natuur om te zwerven, al heeft het dier wel de neiging om een paar keer in zijn leven terug te trekken naar zijn vroegere territoria. Een Cerberushond zal je dan ook bijna altijd alleen tegenkomen, ze toleren elkaar niet. Soms reizen ze samen met een partner tijdens de paartijd, maar zodra er pups zijn verlaat het vrouwtje het mannetje weer.
De mannetjes zijn erg territoriaal en dulden geen andere mannelijke soortgenoten in hun buurt.

Magische Eigenschappen:

Geen.

Verwantschap:

Ze lijken qua gestalte erg op een hond of wolf, maar het is nooit bevestigd of het ook familie is.

Draak

NC. Animal Fera Squama Magnus Ignis

Draugen

NC. Animal Fera Squama Memoriae

Plaats van voorkomen:

Deze vogelachtige komt voor over de gehele wereld op zoek naar sappige herinneringen. Dit wezen doet elk jaar een andere streek aan waar het herinneringen verzamelt. Het is een vogel die weinig gezien wordt. Men vermoedt dat er in Europa slechts één of twee wonen.

Uiterlijke beschrijvingen

Dit wezen is volledig zwart, deze kleur gebruikt hij in het holst van de nacht als schutkleur. Het wezen is behoorlijk groot naar de maatstaven van een vogel met zijn lente van 1.30 tot 1.50 en een gewicht van 80 tot 100 kg.

Eigenschappen

Een Draugen voedt zich met herinneringen en verwijdert deze tijdelijk, in sommige gevallen blijvend. Herinneringen zijn meestal terug te krijgen met behulp van bepaalde therapieën. Helaas worden deze gevallen echter niet gezien als het werk van een draugen, aangezien dit dier zo zeldzaam voorkomt dat de kans niet groot is. Deze personen zijn dan vaak ook afgeschreven. Er verschillende spreuken beschikbaar ter bescherming tegen dit wezen, maar deze zijn zo lastig dat men vaak niet de moeite neemt, aangezien het risico zeer klein is.
Het wezen stort echter neer bij het binnen krijgen van traumatische herinneringen, hoewel deze zich na enkele uren of soms zelfs minuten hersteld, afhankelijk van het trauma.
Zijn zwarte kleur werkt in het holst van de nacht vaak als een uiterst goede camouflage, wat één van de meest aannemelijke redenen is dat dit wezen ’s nachts naar herinneringen jaagt. Hoe het zich voortplant is tot dusver onbekend.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

Geen.

Eenhoorn

NC. Animal Fera Cervus Cornu

Plaats van voorkomen

De eenhoorn komt enkel voor op laagland. Ze leven als eenzame zwervers, maar wel op hun eigen territorium dat gewoonlijk minimaal 300 km2 omvat. Ondanks wat veel myrofas denken schuwen ze paarden en pegasi. Mogelijk omdat ze zich verheven voelen boven deze schepselen. Onverwacht genoeg kunnen ze het wel vinden met schapen, waarschijnlijk omdat deze zo gemakkelijk een ander boven zich erkennen.
Eenhoorns leven heel dun verspreid over heel Europa, Azië en Afrika, meestal op hetzelfde gebied blijvend. Toch verhuizen eenhoorns nogal eens van territorium wanneer er op hen gejaagd wordt om hun hoorn of voor menageries. Een man die een eenhoorn heeft gevangen of gedood kan er trots op zijn, want het komt vrijwel nooit voor. Bovendien is er van de weinige eenhoorns die in menageries leven bekend dat ze wegkwijnen of ontsnappen. De hoorn van een eenhoorn wordt door families als een kostbaar bezit en talisman vererfd.

Uiterlijke beschrijving

Een eenhoorn ziet er eigenlijk vaak heel normaal uit. Hij wijkt alleen af van het normale paard door zijn lange, smalle en gedraaide hoorn en zijn solitaire houding (twee eenhoorns samen, vooral twee hengsten of twee merries, kunnen het niet goed vinden; ze proberen voortdurend het leiderschap te betwisten of bevechten). Verder ziet de eenhoorn er vaak wat eleganter uit, omdat de eenhoorn waarschijnlijk de enige paardachtige is die uit zichzelf dressuur beoefent.

Eigenschappen

Heerszuchtig en arrogant (indien men bij een dier van arrogantie kan spreken). Dat wordt niet geaccepteerd door andere eenhoorns, dus is hij solitair. Waarschijnlijk kunnen ze feniksen niet verdragen omdat deze altijd hun gezag betwisten en hen pikken op plekjes waar ze niets aan kunnen doen.
De eenhoorn is polygaam, voor zover van 'gaam' gesproken kan worden, wordt maximaal 50 jaar en krijgt gemiddeld per worp één veulen. De eenhoornveulens vertrekken zo snel mogelijk van hun moeder, maar vaak duurt dat drie jaar. In die tijd krijgt de merrie geen andere veulens.

Magische eigenschappen

Sano, ofterwijl (zelf)genezing (vermoedt men, maar het is nooit bewezen).
Een schok geven met de hoorn, offensio.

Verwantschap

Met paarden.

Feniks

NC. Animal Bestia Ales Ignis

Plaats van voorkomen:

De Feniks komt oorspronkelijk voor in zowel Griekenland, China als Egypte, hoewel de soorten in alledrie landen nogal verschillen. Toch is het heel goed mogelijk dat feniksen ergens anders gezien worden dan in hun thuisland. De Feniks heeft namelijk de eigenschap om van zijn leven een grote wereldreis te maken. Tijdens deze wereldreis doet hij verschillende plekken aan, die elke feniks bovenaan zijn lijstje heeft staan.
De oorsprong van de feniks is onbekend, hoewel er in de landen van oorsprong gezegd wordt dat de goden de feniks geschapen hebben bij de schepping.
Heel zelden worden feniksen samen gezien, gewoonlijk zijn ze alleen. De vogels vliegen nu en dan ook 's nachts, omdat zij zeer weinig slaap nodig hebben, maar gewoonlijk nemen ook zij hun rust. Deze vogels zijn allesbehalve overhaast.

Uiterlijke beschrijving:

Het uiterlijk is, door de ondersoorten, verschillend:
De Griekse Feniks: Deze is het grootst in getale, en bovendien het bekendst. De vogel is roodgevederd, met ook gele en oranje veren hier en daar. Hoe meer jaren hij leeft, hoe roder hij is. Als hij pasgeboren is, aan het begin van zijn leven, is hij lichtoranje of donkergeel. Aan het eind van zijn eerste levensjaar is hij al veel donkerder, maar zodra hij zich verjongd heeft, wordt hij alweer een stuk lichter. Bovendien heeft deze vogel een lange staart, die steeds langer wordt. Deze maakt hem heel sierlijk. Ook de grootte verandert. Terwijl de feniks begint met een grootte van ongeveer acht centimeters, kan hij wel uitgroeien, als hij meerdere era's oud is, tot meer dan zestig centimeters. Bij deze feniks is de mannelijke niet van de vrouwelijke te onderscheiden, omdat ze er hetzelfde uitzien. Alleen feniksen zelf merken het verschil.
De Chinese Feniks: In China was een wijdverspreid misverstand dat van de Chinese Feniks alleen van het vrouwelijke geslacht was. Daarom stond het ook voor al het vrouwelijke. De fout was alleen, dat alleen de vrouwelijke feniks als zodanig herkend werd. De mannelijke werd niet gezien als feniks, omdat hij er heel anders uitziet. Deze feniks is wit, hoewel ook deze geel begint. Hoe ouder hij is, hoe witter. Van deze feniks wordt gedacht dat hij het oudst wordt.
De Egyptische Feniks: Deze soort lijkt op een reiger en is grijs. Hij begint bij zijn geboorte als een pikzwarte vogel, die langzamerhand lichtergrijs wordt. De Egyptische feniks wordt bij lange na zo oud niet als de Chinese en de Griekse; na honderd jaren sterft hij.

Eigenschappen

De feniks is een geliefd maatje voor de vampieren, mits die er één kan temmen, omdat hij zo lang leeft. Het vreemde van zo'n duo is, dat het ene wezen staat voor de dood, terwijl het andere het leven symboliseert.
Men denkt dat de feniks zich voedt met sappen van bomen en planten, maar zeker is het niet.
De vogel verrijst elk jaar uit zijn eigen as: in de langste nacht van het jaar, 21 december, maakt elke feniks op de top van een hoge plek een nest van geurige kruiden en mirre, dat in brand vliegt zodra het klaar is en hij er op zit. Wanneer het vuur uit is, en alleen gloeiend as nog te zien is, blijkt er ineens leven in te zitten en wordt de as een vogel.
De feniks gaat zo ongeveer rond zijn vijftigste (Grieks), zeventigste (Chinees) of tiende (Egyptisch) op zoek naar een levensgezel, met wie hij omgang heeft, en met wie hij zich samen, en met een ei dat op 21 december gelegd is, opbrandt. Vervolgens komen er drie feniksen uit de as. Eerst blijven ze een tijdje bij elkaar om het jong op te voeden, dan gaan de ouders uit elkaar, hoewel ze elkaar trouw blijven, totdat ze elkaar weer tegenkomen en een tijd samenzijn. Eens in de vijftig jaren, ongeveer, wordt een jong geboren, hoewel het ook wel langer kan duren. Zo is een tussenperiode van honderd jaren helemaal niet vreemd.
Een feniks is erg, erg moeilijk te temmen. Er gaan jaren overheen, aangezien men in hem de reislust moet overwinnen. Een andere methode is om met hem mee te reizen. Zeer goede magiërs lukt het soms een feniks te temmen, maar velen vinden het teveel werk voor een huisdier.
In de hele wereld zijn er, geschat, honderdzestig Griekse feniksen, honderdtwintig Chinese, en honderd Egyptische.
De Griekse feniks rijst na een jaar of zeshonderd niet meer op uit zijn as, terwijl de Chinese wel duizend jaren leeft. De Egyptische leeft honderd jaren.

Alle Feniksen zijn monogaam.

Magische eigenschappen:

  • Sano ipse (Zelfgenezing)
  • Mutatio positus II (Versnellen tot enorme snelheid, met het oog niet waarneembare verplaatsing)

Verwantschap

Naar men zegt met de zon. Geen.

Flappendraai

NC. Animal Fera Ales Piscis
Ook wel Fhysthanalia.

Plaats van voorkomen

De Flappendraai voelt zich het meeste thuis in gematigde klimaten en zal veel moeite hebben met overleven in de warmere klimaten. In te koude klimaten zal het diertje niet kunnen overleven. Het dier is vooral populair en bekend in Europa, waar het bloed en het vlees als een delicatesse gezien wordt. De kopveren van het dier zijn zeer geschikt en vaak ook gewild om mee te schrijven en worden hier dus ook vaak voor gebruikt. Deze veren zijn vaak extreem duur zijn en worden door rijke myrofas als een vorm van status gebruikt. De botten van het dier worden (door vooral mensen) gebruikt om de toekomst te voorspellen.
Het dier zal altijd zijn eieren leggen in de buurt van water, dit omdat de eieren het water in moeten lopen. Daarom zal dit dier het ook altijd doen op de plaatsen waar de eieren het water in kunnen lópen, dus niet bij hoge kliffen waar ze moeten springen.

Uiterlijke beschrijving

Het dier kan in drie verschillende verschijnselen onderverdeeld worden. Sommige wetenschappers vinden dat het dier vier stadia doorstaat en anderen beweren drie.
Het eerste stadium bestaat uit het ei. Het ei is een wit ei met roze stippen. In deze roze stippen zijn blauwe stippen te vinden. Het ei is ongeveer een el hoog en half zo breed. Verder heeft het een ovale vorm.
Het volgende stadium is het wandelei. Het eerste wat uit het ei komt zijn de zeer herkenbare roze of blauw vogelpoten. De roze poten duiden meestal op een vrouwtje, de blauw duiden meestal op een mannetje, toch kan de kleur van de poten nog veranderen in de volgende stadia. Zodra de pootjes uit het ei gekomen zijn zal het ei beginnen met lopen. Wonderbaarlijk genoeg weet het altijd onmiddellijk zijn of haar weg naar het water te vinden zonder ergens tegenaan te lopen. Enkele uitzonderingen blijken vaak ook niet lang te overleven.
Het volgende stadium is de visvorm. Eenmaal in het water weekt het ei los van het diertje en zal duidelijk worden dat het dier het lichaam van een vis heeft, maar dan met vogelpootjes. De voorkant bestaat uit een dan nog stompe snavel en de vinnen hebben wat weg van vleugels. De kleur van de schubben is bij beide geslachten bruin (de kleur bruin varieert) met een roze- of blauwachtige gloed er overheen, bijpassend bij de kleur poten. Zeldzaam is de Flappendraai die een gemengde gloed heeft van beide kleuren, deze komt echter niet meer voor in de laatste stadia. Bij de gemengde gloed ziet men ook dat de poten vlekken heeft van drie kleuren. Bruin als basis met blauwe en roze vlekken er overheen. Vaak wordt deze Flappendraai als leider gezien door de andere Flappendraaien. Vaak wordt in dit stadium ook de leider al aangewezen.
Het laatste stadium is hun vogelstadium. Ze zullen in de groepen waarin ze zullen leven op hun vogelpoten het water uitlopen en hun schubben afschudden. Hieronder zullen veren tevoorschijn komen. Vrouwtjes krijgen dan de kenmerkende roze veren op hun kop, terwijl de rest van hun lichaam lichtbruin wordt, bij mannetjes is dit hetzelfde, maar dan met een donkerdere kleur bruin en met blauwe kopveren. De poten zijn nu egaal roze of blauw. Zodra de gekozen leider met zijn vleugels zal slaan zullen alle Flappendraaien behorende bij de groep zich aansluiten bij deze vogel en een vlucht inzetten. Ze zullen dan op zoek gaan naar een territorium om te leven.

Eigenschappen

Flappendraaien zijn vriendelijke wezens. Ze leven in groepen en zijn monogaam in het kiezen van een partner. De leider wordt gekozen in hun vissenstadium. Het zijn wat onnozele wezens die in de meest extreme gevallen zelfs nog tegen bomen aan kunnen vliegen. Verder zijn ze vaak erg schichtig in het begin, maar snel van vertrouwen als je hen hun lievelingsvoedsel geeft, wat bestaat uit insecten.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

Geen.

Griffioen

NC. Animal Bestia Ales Leo

Hop

NC. Animal Bestia Hoppus Terroe

Plaats van voorkomen

De Hop komt voor in savannes, maar is ook een geliefd huisdier.

Uiterlijke beschrijving

In alles lijkt de Hop op de Vlieghop. Er verschilt maar één onderdeel: de Hop heeft geen vleugels.
De Hop is een rond creatuur, ongeveer 15 centimeter in doorsnede.
De Hop is een erg pluizig wezentje, met twee bijzonder grote ogen een naar verhouding kleine bek met felgekleurde lipjes. Ze kan met moeite een twee gewone rode bessen in één keer verzwelgen.
Mede dankzij haar pluizige uiterlijk wordt de Hop ook gebruikt als huisdier voor kinderen.
De Hop heeft een zomer- en wintervacht die alle mogelijke kleuren kan hebben.

Eigenschappen

De Hop leeft in families, gevestigd op de grond.
Hoppen vormen koppels, en zijn monogaam. De Hop heeft een draagtijd van anderhalve maand, waarna ze drie eieren in een grasnest legt. Het duurt twee maand voor deze uitkomen, waarna het ongeveer drie maand duurt voor de jongen geheel zelfstandig zijn.
De Hop beweegt zich acrobatisch voort door te hoppen of stuiteren. Ze eet fruit, jonge bladeren, grassen, bessen en zaden.
Hoppen hebben een hekel aan regen en hevige hitte.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(AB.) Hoppus Cælorum (Vlieghop)

Huisdraak

NC. Animal Bestia Squama Ignis Domesticus
Huisdraak. Ook wel ‘Bloemendraakje‘, ‘Boterbloemdraakje’, ‘Grasdraakje’ of ’Elementdraakje’ genaamd. Mensen noemen ze ‘Hagedissen’, bij gebrek aan kennis over draken.

Plaats van voorkomen

Dit wezen komt voornamelijk voor op plaatsen als scholen, bibliotheken en andere gebouwen. Aan koningshuizen zijn ze evenmin vreemd. Tegenwoordig komen ze amper meer in het wild voor, doordat ze zo geliefd zijn door myrofas. Als je er al een in het wild vindt, zal deze zich heel snel laten temmen, maar zich niet aan je binden.
Doorgaans groeien de planten van deze draakjes op plekken waar veel huisdraakjes voorkomen en waar veel zomerklokjes groeien. Als ze deze niet kunnen vinden zoeken ze een andere witte bloem op. Het is daarom belangrijk dat als je een vrouwelijk huisdraakje hebt, je eveneens wat zomerklokjes in je tuin plant. Ongeveer één keer per jaar laat een vrouwelijk huisdraakje zaadjes vallen rondom de zomerklokjes, waar de drakenbloemen groeien.

Uiterlijke beschrijving

Het volwassen huisdraakje ziet eruit als een draak, maar dan ter grootte van een hagedis. De tinten variëren van rood, groen, lichtblauw, blauw en paars. Vandaar dat men ze ook wel eens ‘Elementdraakjes’ noemt. Ze zijn simpelweg alleen in de kleuren van de 4 elementen te vinden, plus de zeldzame variant paars. Combinaties van die vijf kleuren zijn niet mogelijk. Rood is de meest dominante kleur, gevolgd door groen, blauw, lichtblauw en paars.
In hun onvolwassen bloemvorm zien ze eruit als de ’Leucojum aestivum’. Ze zijn eveneens wit, zoals het zomerklokje, maar hebben een gloed over hun bladeren heen in de kleur die ze later worden. Deze gloed is alleen te zien bij zonsopkomst.
De planten hebben speciale verzorging nodig om uit te groeien tot een huisdraakje, anders zal deze verwelken en sterven. De bloemen van de huisdraakplantjes worden onder andere gegeten door de draak (Squama magnus ignis). De wortels van de plant worden door myrofas soms in de soep gedaan. Het bloed van huisdraakjes is geliefd onder vampieren (Mortuus nocturnis) en weerwolven (Humanus lupus) zijn dol op het vlees van dit wezentje. Helaas zijn ze hierdoor erg zeldzaam en dus ook erg duur geworden, waardoor hun populariteit afneemt.

Eigenschappen

De intelligentie van een huisdraak is vergelijkbaar met de intelligentie van een bibliotheekdraakje (hoewel een huisdraak niet in staat is te spreken of te schrijven). Dit kan dus oplopen van wat minder slim tot zeer slim. Een huisdraak is na 18 maanden volwassen. Één jaar voor een mens is zo ongeveer één maand voor een huisdraak. Hoe lang het huisdraakje vervolgens nog leeft hangt af van de tevredenheid van het diertje. De oudst geziene huisdraak is 1387 jaar oud geworden. In theorie zijn huisdraakjes dus onsterfelijk. Vaak worden ze echter niet veel ouder dan degene aan wie ze zich hechten (zich aan iemand hechten doen ze aan de persoon die hen hielp van bloem naar draak te gaan). Sterft die persoon, dan zullen ze minder snel gelukkig zijn en dus ook sneller sterven.
Huisdraken worden na hun 18 maanden lichamelijk niet ouder, tenzij ze ontevreden zijn. Zodra ze ontevreden zijn worden ze per dag een jaar ouder. Als ze zeer tevreden zijn kan deze leeftijd echter weer met maximaal vijf jaren verjongen. Feit is dat als ze lichamelijk 50 worden ze doorgaans sterven.
Je kunt huisdraakjes vaak al tevreden houden met lekker voedsel en genoeg klusjes om te doen. Zodra ze zich gaan vervelen heb je kans dat ze de boel op z’n kop zetten. Duurt dit gedrag langer dan een paar uur, dan zullen ze zich ontevreden gaan voelen en genegeerd. Het zijn zeer trotse wezens die dolgraag wat aandacht hebben. Het is algemeen bekend dat deze dieren snel beledigd zijn. Veel myrofas beginnen daarom niet aan een huisdraak, bang dat deze beledigd wordt en zo sneller sterft. Stel je maar gerust, huisdraakjes vinden het ook leuk om beledigd te zijn en maken er soms een spelletje van, in de hoop zo hun zin te krijgen.
Hoewel bij draken vaak anders gedacht wordt zijn huisdraakjes volkomen ongevaarlijk. Behalve troep maken en met dingen gooien kunnen ze niet veel. Als ze het verstand van een stofdoek hadden zouden ze op dezelfde manier gedood kunnen worden als een muis. Ze spuwen ook geen vuur, wel kunnen ze hard blazen.
Het eten van een huisdraakje bestaat uit voedsel dat myrofas eten. Ze kunnen zelfs wijn drinken, hoewel ze na één slok al dronken zijn. Bloed maakt ze agressief voor een paar minuten. Toch kunnen deze wezens ook op gras leven, hoewel ze dit alleen eten als het gekookt is in bepaalde kruiden en opgediend wordt met een vers boterbloempje.
Zodra een mannelijk en een vrouwelijk huisdraakje elkaar recht in de ogen kijken, vervolgens elkaar knuffelen en hun staarten aan de punt oplichten zal het vrouwtje drie weken later zaad laten vallen, bij voorkeur op de plek waar ze haar andere kinderen geplant heeft. Huisdraakjes zijn monogaam en zullen dus enkel ‘paren’ met één ander huisdraakje.
Het is leuk om een draakje ‘geboren’ te zien worden uit de bloem. Zodra dit gebeurt zal de bloem op de grond vallen, waarna deze begint te gloeien, rook verschijnt om de bloem heen en langzaam aan zal het de vorm van huisdraakje aannemen. Dit proces duurt zo’n vijf minuten.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(AF.) Squama Magnus Ignis (Draak)

Minothaurus

C. Animal Fera Taurus Humanus

Pegasus

NC. Animal Bestia Cervus Ales

Plaats van voorkomen

De pegasus komt voornamelijk voor in Svitine en bij Iliadel. Over de herkomst van de pegasi zijn verschillende theorieën. Zo zouden ze vanuit Amerika naar Iliadel gevlogen zijn of zouden ze vanuit Afrika Svitine binnengetrokken zijn. Er zijn myrofas die geloven dat de witte pegasi uit Amerika komen en de zwarte pegasi uit Afrika, maar beide soorten komen ongeveer evenveel voor op beide plaatsen. Een andere gerucht gaat dat enkele pegasi door de bliksem zijn geraakt en zij daardoor een zwarte vachtkleur hebben gekregen.

Uiterlijke beschrijving

De meest voorkomende verschijning van de pegasus is een wit gevleugeld paard met een schofthoogte van rond de twee meter en een gewicht tussen de 400 en 600 kilo. Met hun enorme vleugels kunnen ze flinke afstanden afleggen. Zonder extra last kan een pegasus tot wel 100 kilometer per dag vliegen. De minder voorkomende verschijning is het zwarte gevleugelde paard. Deze hebben een schofthoogte van rond de 1,5 meter en wegen 200 tot 400 kilo. Beide soorten bezitten van nature een goede gesteldheid en een ijzersterk lichaam. Ze bewegen zich voort met gratie en stevige doch sierlijke stappen. Een witte pegasus kan gemiddeld 100 tot 130 kilo op zijn rug dragen.

Eigenschappen

Pegasi zijn kuddedieren en leven in het wild altijd in groepen. Tamme pegasi kunnen ook alleen leven maar zijn vaak agressiever en moeilijker te trainen. De zwarte pegasi vormde een nieuwe groep en leven afzonderlijk van hun witte soort genoten. Pegasi hebben behoefte aan ruimte en leven vooral op grasland. Ook bevinden sommige pegasi zich onder de myrofas, voornamelijk luchtelfen. Er zijn enkele luchtelfen die pegasi fokken.

Pegasi zijn over het algemeen zeer vriendelijke dieren zolang ze niet lastig worden gevallen. Ze laten enkel myrofas bij zich in de buurt komen die zij vertrouwen. Als een onvertrouwde myrofas te dicht bij een pegasus komt, zal deze aanvallen. De myrofas kan ernstige verwondingen oplopen doordat de pegasus zal bijten, trappen en met zijn enorme vleugels van zich af zal slaan. Zwarte pegasi zijn heel angstig en komen niet bij myrofas in de buurt. Ze zijn relatief agressief en staan er om bekend dat ze elk wezen ombrengen dat ongewenst bij hen in de buurt komt.

Pegasi zijn van nature zeer moedige en intelligente dieren. Ook houden ze er van om de (AF) Cervus Cornu (Eenhoorn) te plagen doormiddel van ze op te jagen. De trots stappende pegasus staat symbool voor kracht en adellijkheid. Pegasi symboliseren ook de snelheid van het denken en de witte pegasus wordt gezien als de beschermer van de reizende luchtelf. Ze vertegenwoordigen natuurkrachten als wind, golven en stromend water. Zwarte pegasi vertegenwoordigen natuurkrachten als onweer, storm, bliksem en vuur.

Magische eigenschappen

  • Mutatio positus II (Versnellen tot enorme snelheid, met het oog niet waarneembare verplaatsing)

Verwantschap

Paarden

Schapenwolk

NC. Animal Bestia Ovis Cælum

Syrix

NC. Animal Bestia Cauda Duæ

Plaats van voorkomen

De Syrix komt voornamelijk voor in bossen. Vroeger bestond er een grote populatie van deze wezentjes, maar door hun genezende krachten werd en massaal op hen gejaagd. Tegenwoordig worden deze creaturen bijna niet gezien. Het land van oorsprong is Japan, maar door de jaren heen verspreidden de Syrixen zich over de rest van de wereld, totdat de jacht op de Syrix werd geopend. Nu zijn er nog maar een enkele gesignaleerd in de bossen van Frankrijk.

Uiterlijke beschrijving

Deze kleine katachtige wezentjes worden gemiddeld 20cm groot. De Syrix is een zeer pluizige beestje en heeft ontzettende grote oren en grote ogen. De standaardkleur voor de ogen is diepzwart, maar soms komen er ook andere oogkleuren voor, een zeldzame variant is scharlakenrood. Syrix hebben twee staarten.
De wezentjes kwamen vroeger in verschillende kleuren voor, maar tegenwoordig wordt alleen nog maar het rode exemplaar gezien.

Eigenschappen

Syrix zijn zeer schuw, snel en behendig. Dankzij het feit dat de Syrix een landdier is, zijn het goede klimmers en leven zij in bomen.
Vroeger waren het vredelievende en vriendelijke diertjes. Ook waren ze ondeugend en werden ze gebruikt als huisdier. Het is niet bekend of het karakter van de diertjes door de jaren heen is veranderd doordat ze vroeger massaal werden uitgemoord. Vroeger hadden de diertjes genezende krachten en konden ze een beperkte vorm van telepathie uitvoeren. Of dit nu nog zo is, is onbekend. Men gaat er vanuit dat de dieren deze krachten nog steeds bezitten, zij het in latent aanwezige vorm.

Magische eigenschappen

Socius Cogito
Sano

Verwantschap

Geen.

Vlieghop

NC. Animal Bestia Hoppus Cælorum

Plaats van voorkomen

De vlieghop komt over de hele wereld voor, hoewel ze afkomstig is uit de Europese bossen. Van daaruit heeft ze zich vrij snel verspreid, niet in het minst door de import en export van exemplaren door myrofas.
De vlieghop prefereert loofbomen boven naaldbomen, maar kan ook in naaldbossen prima overleven.

Uiterlijke beschrijving

De vlieghop is een rond creatuur, ongeveer 15 centimeter in doorsnede. Ze draagt aan weerskanten van het lichaam twee kleine vleugels, die nog het meest lijken op de vleugels van vleermuizen.
De vlieghop is een erg pluizig wezentje, met twee bijzonder grote ogen een naar verhouding kleine bek met felgekleurde lipjes. Ze kan met moeite een gewone rode bes in één keer verzwelgen.
Mede dankzij haar pluizige uiterlijk wordt de vlieghop ook gebruikt als huisdier voor kinderen.
De hop heeft een zomer- en wintervacht die alle mogelijke kleuren kan hebben.

Eigenschappen

Dit wezen kan bijzonder snel vliegen. Mede daardoor wordt ze veelal gebruikt als post- of vrachtvervoerder voor Myrofas, vergelijkbaar met het postduivensysteem dat veel door mensen wordt gebruikt. Vlieghoppen zijn in staat tot het vervoeren van relatief grote pakketten vracht.
De vlieghop leeft in kolonies, gevestigd in bomen.
Vlieghoppen vormen koppels, en zijn monogaam. De Vlieghop heeft een draagtijd van twee maand, waarna ze twee eieren in een boomnest legt. Het duurt twee maand voor deze uitkomen, waarna het ongeveer vier maand duurt voor de jongen geheel zelfstandig zijn.
De vlieghop beweegt zich voort door te vliegen, hoppen of stuiteren. Ze eet fruit, bessen en zaden.
Vlieghoppen hebben een hekel aan regen.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(AB.) Hoppus Terroe (Hop)

Zondebok

NC. Animal Bestia Ovis Nigra

Homo Cogitans

Mens

C. Homo Sapiens

Plaats van voorkomen

De Homo Sapiëns, ook wel bekend onder de naam 'mens' of de scheldnaam 'infantiel', is een veel voorkomend wezen. De mens staat aan de wieg van veelvoorkomende Myrofas als de Vampier en de Dwerg.
De Homo Sapiëns leeft in groepen van verschillende grootte verspreid over de gehele wereld.

Uiterlijke beschrijving

De mens heeft een gemiddelde lengte van 1.60 meter. De lichaamsbouw komt overeen met die van de vampier. Wat opvalt is het totaal ontbreken van vleugels.

Eigenschappen

De mens is een zeer eigenzinnig wezen. Over het algemeen haat het myrofas, onafhankelijk van het ras. In zijn haat gaat de mens ver genoeg om te proberen uit te roeien wat hij haat. De lezer wordt gewaarschuwd dit wezen zo veel mogelijk te vermijden.
Mensen zijn taaie wezens. Ze zijn in staat zich aan te passen aan de meest barre omstandigheden, en kunnen prima overleven zonder enig gebruik van magie. De meesten van hen schuwen het gebruik van magie, veelal uit onkunde.
Een aantal mensen hebben zichzelf een prehistorische vorm van magie aangeleerd. Deze mensen worden door anderen van hun ras aangeduid als 'sjamaan', 'heks' of 'tovenaar'. In dit continent verkrijgen zij een vreemde mengeling van respect en angst met hun kunsten. Het gebeurt niet zelden dat angst het wint van respect, en de heks in kwestie wreed wordt gedood.
Mensen hebben een levensduur die varieert tussen de 50 en 70 jaar. Een enkeling wordt ouder dan 90.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(A.) Humanus Capra (Faun)
(A.) Humanus Equus (Centaur)
(A.) Humanus Lupus (Weerwolf)
(H.) Mortuus Nocturnis (Vampier)
(H.) Parvae Robustus (Dwerg)
(S.) Domus Hortus et Culina (Huisfantoom)

Aardmannetje

C. Homo Barbarus Parvae Tellus

Plaats van voorkomen

Aardmannetjes hebben de voorkeur om grotten, wouden, bij afgelegen bergmeren of kleine eilanden te bewonen. Hier leven ze vaak samen in kleine samenlevingen met aan het hoofd daar van een stamoudste. Deze wezens komen voor in de landen Gidrwan, Kabut, Marekka en Simedri.

Uiterlijke beschrijving

Aardmannetjes kunnen in verschillende vormen voorkomen. De overeenkomsten zijn de uitsteeksels en knobbels op hun gehele lichaam en brede gezicht. Verder zijn sprieten en vlekken heel gewoon bij dit ras. De neus varieert van breed en knobbelig naar klein en scherp. Ze hebben vaak niet veel haren in zout- en peperkleuren. Hun lengte zit tussen de 1 meter en 1 meter 50. Zodra ze volwassen zijn vertonen ze geen verouderingskenmerken. Verder hebben ze scherpe ogen die goed in het donker kunnen zien, ze hebben dan vaak ook moeite met felle zon.

Dwerg

C. Homo Parvae Robustus

Plaats van voorkomen

Bergachtige gebieden. Dwergen bewonen veelal mijnen, grotten en anderssoortige bergwoningen.

Uiterlijke beschrijving

Een dwerg is klein en gedrongen, en heeft een ruige haargroei. Bij mannelijke dwergen uit zich dat vooral in het baard- en lichaamshaar. Bij vrouwelijke dwergen is de beharing lichter, maar nog steeds ruig. Vrouwelijke dwergen hebben meestal een volle bos haar, en een vrij lichte lichaamsbeharing.
Dwergen zijn vaak gespierd van bouw en bijzonder sterk.

Eigenschappen

Dwergen hebben goed zicht in het donker, en oriënteren zich gemakkelijk. Hun karakter kan grofweg worden geschetst door de woorden: ruw, kordaat, haast bot, netjes en ordelijk.
Deze wezens zijn meestal goede smeden, en bezitten het zeer zeldzame talent magische eigenschappen aan voorwerpen te kunnen binden. Een talent dat zowel zeer waardevol als zeer gevaarlijk kan zijn, afhankelijk van de bedoelingen van de dwerg die het toepast. In de geschiedenis is het meermalen voorgekomen dat een dwerg, in tegenstelling tot zijn natuur, misbruik maakte van dit talent om uiteenlopende redenen.
Een dwerg wordt gemiddeld 70 jaar oud.

Magische eigenschappen

Potens Ligo Machina

Verwantschap

(H.) Sapiens (Mens)

Gnoom

C. Homo Parvae Sophus Atrox

Kabouter

C. Homo Parvae Sophus Bellus

Plaats van Voorkomen

De kabouters komen waarschijnlijk uit Noordwest Europa. Doordat ze zo klein zijn en zich dus niet zo snel kunnen verplaatsen is de verspreiding over de rest van Europa langzamer gegaan dan bij andere rassen. Tegenwoordig wonen overal op de wereld kabouters, maar worden zij bijna nooit opgemerkt.
Ze wonen altijd in gemeenschappen, onder de grond. Binnen deze gemeenschappen is bijna alles gezamenlijk bezit. De leider van de gemeenschap, een soort burgemeester, is een Bandar die leiding en raad geeft.

Uiterlijke beschrijving

De kabouter is klein, met zijn lengte van 40-60 cm. De man wordt snel kaal bovenop zijn hoofd, dus draagt hij vaak kleine mutsjes. Verder draagt iedere man een baard. Bijna alle kabouters, man en vrouw, hebben een blanke huid.

Eigenschappen

Kabouters zijn geïsoleerde wezens, omdat het moeilijk voor hen is om in te integreren in de Myrofas wereld. Hun lengte speelt daarin een belangrijke rol. Misschien juist doordat ze zo geïsoleerd leven, zijn ze erg filosofisch van aard.
Het kleine volkje is behalve qua lengte ook een klein volkje qua populatie, maar dit is niet heel makkelijk na te gaan. Kabouters zijn namelijk heel goed in het verbergen van zichzelf en worden nauwelijks opgemerkt wanneer zij dit niet zelf willen. Onafhankelijk van het feit dat ze zich goed verbergen zijn ze toch erg vriendelijk en vredelievend.
Er is maar één grote vijand van de kabouter en dat zijn de aardmannetjes, die met ze verwant zijn. Zij willen zich op geen enkele manier identificeren met dit ras en dit is ook de reden dat zij toch partij kozen in de geschiedenis, ondanks het feit dat ze geen vechters zijn.
Zij leven van de vruchten van het land, waartoe ook paddenstoelen behoren, en eten geen vlees of vis. Dit ras is bekend vanwege zijn kennis over natuurproducten. Het is erg betrokken bij de natuur, alhoewel ze niet vaak boven de grond komen.
Dit intelligente ras krijgt vaak 2 kinderen, waarvan één een jongen en de ander een meisje is.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(HB.) Parvae Tellus (Aardmannetje)
(H.) Parvae Sophus Atrox (Gnoom)
(H.) Parvae Sophus (Kobold)

Kobold

C. Homo Parvae Sophus

Knottrol

C. Homo Barbarus Turpis Bonus

Plaats van voorkomen

Oorspronkelijk komen de knottrollen uit Rusland, bij het Kaukasus Gebergte, waarna ze verder zijn getrokken naar het oosten en het westen. Deze verspreiding ging niet heel snel, omdat het een rustig volkje is, dat ergens gaat wonen en zich uitbreidt als het de keuze krijgt tussen wonen of verder trekken.
Je komt knottrollen vooral tegen in een rotsige, bossige omgeving. Ze hebben daar hun eigen dorpen en leven wat afgezonderd van de andere Myrofas, want ze zijn niet zo open richting andere rassen.

Uiterlijke beschrijving

Knottrollen zij niet zo groot als hun naamgenoten de trollen. Ze worden meestal rond de 1.70 meter lang, zijn grof gebouwd en hebben grote handen en voeten. Hun oren, neus en mond zijn groot en het hoofd is erg plat. Bovenop dat hoofd zitten erg taaie sprieten haar, waardoor ze er uit zien alsof ze geknot zijn.
Behalve op hun hoofd zijn ze redelijk behaard en de mannetjes hebben een baard, wat een teken van wijsheid is. Hun huidskleur is groenig, bruinig of roodachtig.
Ze hebben een goed uithoudingsvermogen en zijn erg gespierd, al is dat bij de meisjes minder. Zij hebben ook minder grove ledematen.

Eigenschappen

Een knottrol is een praktisch, net en kordaat wezen, dat houdt van duidelijkheid en directheid. Rompslomp of zweverige verhalen is niet aan hem besteed. Hij leeft van land- en tuinbouw, wat komt doordat hij erg groene vingers heeft.
Dit ras is heel vredelievend, al heeft het wel meegevochten in de Myrofasoorlogen, doordat ook zij gedwongen werden een keus te maken. Uiteindelijk is bepaald dat ze aan de kant van de ‘goeden’ zouden vechten. Ze zijn heel goede strijders, maar toch vechten zij niet met plezier.
Knottrollen krijgen meestal 3 kinderen, die ongeveer 100 jaar oud worden. Deze kinderen zijn zelden magisch begaafd, al zijn er uitzonderingen. Opvallend is dat de knottrol eieren legt.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(HB.) Turpis Malus (Trol)

Trol

C. Homo Barbarus Turpis Malus

Plaats van voorkomen

Dit beruchte ras komt uit het noorden van Europa, Scandinavië om precies te zijn. Tegenwoordig zijn de trollen over heel de wereld verspreid, wat misschien zijn oorzaak vindt in de Myrofasoorlogen. Het is in ieder geval niet hun lust tot het ontmoeten van hogere beschavingen geweest die hen deed rondtrekken.
Trollen leven in kleine groepjes, al komt het voor dat ze in een simpele gemeenschap wonen. Binnen zo’n gemeenschap telt dan het recht van de sterkste, iets wat vaak aangevochten wordt. Deze gemeenschappen worden gemeden door alle andere wezens, met uitzondering van een enkele nachtelf of vampier.

Uiterlijke beschrijving

Trollen zijn groot, sterk en bijna onverslaanbaar. Ze hebben een goede conditie, wat hun gebrek aan snelheid compenseert. De lengte van een volwassen trol kan bijna 3 meter zijn, wat ook niet verwonderlijk is bij eieren van een meter. Behalve lang, zijn ze ook heel gespierd. Doordat ze ook nog eens een nagenoeg ondoordringbare huid hebben, winnen ze veel gevechten. Deze huid kan elke kleur hebben en is taai en ruw.
Aan haar hebben ze niet veel meer dan enkele plekken met vacht.

Eigenschappen

De hersens van een trol hebben niet veel nut, want ze zijn heel dom. Ze denken nooit na voordat ze iets doen en dit brengt hen vaak in moeilijke situaties, waar zij zich dan weer met geweld uit moeten werken. Dit is dan ook een reden voor hun vele gevechten. En deze gevechten zijn er weer de reden voor dat ze vaak ingehuurd worden door vampieren of nachtelfen, om het zware werk voor hen op te knappen.
Een trol heeft sterke stemmingswisselingen. Ze zijn heel snel kwaad, maar ook gemakkelijk weer blij te maken. Verder zijn ze snel afgeleid, simpel en grof. Niet alleen in woorden, maar ook in motoriek.
Trollen krijgen meestal erg veel kinderen waarvan alleen de sterksten overleven. Dit zijn er meestal drie. Deze kinderen leren al heel vroeg voor zichzelf te zorgen. Opvallend is dat de trol eieren legt.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(HB.) Turpis Bonus (Knottrol)

Vampier

C. Homo Mortuus Nocturnis

Plaats van voorkomen

vampieren komen overal ter wereld voor. Het land van oorsprong van het wezen is onbekend, evenals de oorsprong van het wezen zelf.
vampieren komen zowel voor in groepen als solitair. Veelal leven ze in de omgeving van menselijke nederzettingen, maar met een aanzienlijke afstand tussen de menselijke nederzetting en de eigen huisvesting, als veiligheidsmaatregel.

Uiterlijke beschrijving

vampieren hebben een menselijk lichaam (zie Homo Sapiëns).
Lichamelijk gezien is het wezen dood, maar het blijkt nog te leven, dus men spreekt van een ondood wezen. Het haar groeit niet meer, de nagels evenmin. Het lichaam ademt niet, en het hart klopt niet. Lichaamswarmte is afwezig. Het lichaam veroudert niet, aangezien veroudering een proces is van levende lichamen.

Eigenschappen

Een vampier ontstaat op het moment van de dood van een menselijk wezen, overleden aan de beet van een andere vampier. In de meeste gevallen gebeurt er na de beet van een vampier totaal niets, behalve dat het de dood van het slachtoffer veroorzaakt. Nu en dan sterft de mens en wordt (een aantal dagen) na de beet door nog onbekende reden wakker als vampier. De vampier die de geboorte van de nieuwe vampier heeft veroorzaakt is de 'ouder', de verantwoordelijke voor de jonge vampier. Deze verantwoordelijke functie wordt sire genoemd, en brengt de taak mee de jonge vampier op te moeten voeden tot zelfstandig wezen. De jonge vampier heet childe.
Elke vampier geeft zijn of haar eigen bloedlijn door bij de 'geboorte' van zijn of haar childe.
Zeer zelden wordt een bloedlijn niet doorgegeven. Een dergelijke vampier zonder bloedeigenschappen wordt Tergon genoemd. Deze wezens geven zelf ook geen bloedlijnen door, zijn zwakker en minder wilskrachtig dan gewone vampieren.

Vampieren zijn afhankelijk van bloed van levende wezens om te overleven. In het gros van de gevallen is dit dodelijk voor het slachtoffer. In sommige gevallen verandert het slachtoffer zelf in een vampier. De overige gevallen betreft al dan niet vrijwillige slachtoffers, die slechts een gedeelte van hun bloed doneerden. Dit schijnt een zeer prettige ervaring te zijn voor het slachtoffer zelf, mits het op vrijwillige basis gebeurt.
Ze kunnen slecht tot zeer slecht tegen zonlicht en vuur. Het ras is echter wel in staat tot het genezen van eigen wonden, dit vereist ervaring en kostbaar bloed. Over het algemeen kan gesteld worden: hoe groter de wond, hoe groter de hoeveelheid benodigd bloed en de ervaring die nodig is om het te kunnen genezen.
Er wordt beweerd dat vampieren te doden zijn door gebruik van zilveren wapens, wijwater en/of kruisen. Proefondervindelijk is bewezen dat dit op fabels berust. De meeste vampieren kennen echter deze sprookjes ook, en zullen zich wel degelijk aangevallen voelen wanneer men hen met een of meerdere van deze 'wapens' bedreigt.
Vampieren kunnen uitbarsten in enorme woede of vlagen van doodsangst. Beide emoties zijn niet of met grote moeite onder controle te houden door de vampier zelf. Het wordt dan ook bijzonder afgeraden een vampier te beledigen of bedreigen.
Een vampier is echter wel te doden door middel van een houten staaf, mits die in het hart gestoken wordt. Een lastig karwij, gezien het feit dat ervaren vampieren iemand met een houten staak niet erg dicht in de buurt van hun hart zullen toelaten. Onervaren vampieren zijn echter simpel hiermee te doden, met name omdat zij nog moeten groeien in macht en ervaring.
Tenzij het wezen gedood wordt of zich na tientallen jaren vrijwillig (uit het leven) terugtrekt leeft een vampier in principe eeuwig.

Magische eigenschappen

Verwantschap

(H) Sapiens (Mens)

Nymphæ Cogitans

Abatwa

C. Nymphae Parvae Niger

Plaats van voorkomen

Zuid Afrika. Komt vooral voor in bergachtig gebied.

Uiterlijke beschrijving

De Abatwa behoort tot het geslacht Faeria. De lengte varieert tussen de 1,6 tot 2 centimeter. De Abatwa heeft het uiterlijk van de lokale Zulu-bevolking, wat inhoudt: zwart kroeshaar (verkleurt naar wit naarmate Parvae Niger ouder wordt) en een donkerbruine huid.

Eigenschappen

Abatwa's wonen vaak in (verlaten of veroverde) mierenhopen, of trekken als nomade rond. De Abatwa versiert zijn woonplaats met kunstzinnige wandschilderingen, mozaïeken van steentjes en korrels graan en dergelijke. Abatwa's zijn verlegen, teruggetrokken wezens, die zich soms laten zien aan zwangere vrouwen en kinderen.
Wanneer een mannelijke Abatwa zich in de zevende maand van de zwangerschap laat zien, zal de vrouw een zoon baren. Ziet ze een vrouwelijke Abatwa, dan is haar kind een dochter.
Abatwa's berijden vaak insecten als rijdier, maar maken ook jacht op diezelfde dieren.
De Abatwa is een wijs wezen, dat veel over de natuur weet. Bij uitzondering deelt het zijn kennis met mensen of myrofas.

Magische eigenschappen

Verwantschap

(NB.) Musca Facilis (Fae)

Asina

C. Nymphae Ingenuus Ovis Lucis

Fee

C. Nympae Inconstans

Plaats van voorkomen

Feeën komen van oorsprong van de eilanden en eilandgroepen ten noordwesten van Europa. In de oudst bekende bronnen wordt dit ras voor het eerst genoemd en gelokaliseerd in deze regio. Uit recentere bronnen valt op te maken dat zij zich verspreidden door Europa, met name door oorlogen en diverse crisissen. Tegenwoordig komt het ras overal ter wereld voor, met name in de landen Nascam en Svitine, waar het ras één van de officiële bewonersgroepen is.

Uiterlijke beschrijving

Een fee ziet er bijna net zo uit als een mens qua uiterlijk en lengte. De oren zijn niet gepunt, zoals bij de luchtelf, maar afgerond, een menselijke vorm. Verder heeft een fee, net als een mens, gemiddelde zintuigen. Het ras heeft 4 vleugels, die iets korter zijn dan die van luchtelfen, en meer doen denken aan de vleugels van vlinders dan van vliegen, zoals de luchtelf.

Eigenschappen

Feeën zijn levensgenieters en dat is te merken aan hun gedrag. Ze zorgen goed voor zichzelf en ook andere rassen krijgen soms hun hulp als ze het moeilijk hebben. Ze zijn snel afgeleid en kunnen erg wispelturig zijn als het gaat om kleine dingen. Verder zijn ze gemakzuchtig, wat te merken is aan het gebruik van hun magie. De meesten zijn goed in huis-, tuin- en keukenmagie, omdat ze dan minder lichamelijk werk hoeven te verzetten.
Feeën noemen zichzelf liever Goede Feeën, en hebben de neiging hun officiële Lexiconnaam als belediging op te vatten, gezien het feit dat die naam impliceert dat het ras wispelturig is.
Deze wezens krijgen over het gemiddelde genomen drie tot vier kinderen, waarvan het grootste gedeelte opvallend genoeg uit kinderen van het vrouwelijk geslacht bestaat. Hierdoor is het aantal ongetrouwde feeën van het vrouwelijk geslacht relatief hoog, terwijl het aantal ongetrouwde mannelijke feeën nagenoeg rond de nul procent blijft schommelen.

Magische eigenschappen

Optare apparere

Verwantschap

(N.) Ingenuus Cælum (Luchtelf)
(N.) Brevis (Nimf)

Gorgo

C. Nymphae Humanus Serpens

Landelf

C. Nymphae Ingenuus (Origo)

Luchtelf

C. Nymphae Ingenuus Cælum

Nachtelf

C. Nymphæ Ingenuus Noctis

Plaats van voorkomen

Nachtelfen komen overal ter wereld voor, maar vermengen zich liever niet met groepen Landelfen. Er heerst een wederzijdse haat tussen de twee rassen. Ook andere rassen komen liever niet teveel in contact met Nachtelfen, hoewel een enkel individu meestal wel geaccepteerd wordt in hun midden. Over het algemeen wordt het ras gezien als kwaadaardig en haatdragend of kwaadwillend. Hierom wonen telgen van dit ras liefst in kleine communes, met hun eigen rangen en standen, koningen en taal.

Uiterlijke beschrijving

Het zal iedereen bekend zijn dat sommige nachtelfen een patroon van diepzwarte vlekken op hun voorhoofd dragen. Over dit merkteken gaan verscheidene verhalen de rondte, maar het meest bekende en waarschijnlijk enig ware verhaal is het bekende verhaal van Ewàsarýl en Olachiòw. Om de compleetheid van deze rasbeschrijving te behouden volgt hier een verkorte versie van het verhaal, met alleen de belangrijkste details.
Er was een familie met twee broers. In hun jonge jaren waren ze hechte broers maar ze groeiden uit elkaar. Voor een lange tijd gingen ze hun eigen gang en lieten elkaar ongemoeid, maar op de trouwdag van hun jongere zuster kwam het tot een treffen. Olachiòw wilde zijn zuster een dozijn andere myrofas geven om naar haar eigen goeddunken uit te buiten. Een cadeau dat zijn broer Ewàsarýl ontzettend stak.
Jaren van twist volgden, tot Ewàsarýl Olachiòw uitdaagde voor een duel. Ewàsarýl boekte de overwinning op het nippertje en spaarde zijn oudere broer, maar Olachiòw, die opstond om zijn broer zogenaamd eer te bewijzen, stak hem in het hart met het giftigste gif: ssamalrratth. Terwijl Ewàsarýl stierf vervloekte hij zijn broer en heel diens huis. En Olachiòw vluchtte weg en leefde een verstoten bestaan dat zich voornamelijk ’s nachts afspeelde… Sindsdien dragen de nachtelfen hun merkteken.
Het merkteken bevindt zich op het voorhoofd, in een lijn met de neusbrug. Elke nachtelf heeft zijn eigen variant, hoewel binnen een familie de tekens op elkaar kunnen lijken. In de meeste gevallen is het merkteken afwezig.
Het haar is diepzwart of spierwit, nooit een andere kleur, en nooit een mengvorm. Dit ras heeft gepunte oren, zoals alle elfen. De punten van de oren zijn diepzwart, en de huid is grijsachtig, maar hierin zijn onderlinge verschillen.
Nachtelfen zijn vrij lang, tussen de één meter vijfenzeventig tot twee meter tien.

Eigenschappen

Nachtelfen worden ook wel ‘Gemerkten’ genoemd door hun rasgenoten, de Landelfen. Andersom is de spotnaam ‘Zwakken’ of ‘Geringen’.
De wederzijdse haat heeft onder andere geleid tot de Drie-Landen-Oorlog, die voornamelijk draaide om het vraagstuk van de menselijke slavernij. Toch houdt dit ras als één van de weinigen nog steeds mensen als slaaf en knecht.
Nachtelfen hebben bovengemiddeld goede zintuigen, en zijn vooral ook ’s nachts uitstekend in staat hun weg te vinden zonder licht of andere hulpmiddelen. Ze zijn vlug, wendbaar en lichtvoetig, en kunnen met enige training een vrijwel geluidloze pas aanleren.
Het ras is intelligent, maar gebruikt die intelligentie vaak voor doeleinden die door andere rassen als kwaadaardig aangeduid zouden worden. Wanneer het hen uitkomt gebruiken ze zonder twijfel andere Myrofas voor hun eigen doeleinden, of eventueel als slaaf.
De nachtelfen worden gemiddeld zevenhonderd tot achthonderd jaar oud, en hebben gezinnen van ongeveer twee kinderen.

Magische eigenschappen

Geen.

Verwantschap

(N.) Ingenuus (Landelf)

Manipas

C. Nymphae Ingenuus Ovis Noctis

Maanelf

C. Nymphae Ingenuus Luna

Nimf

C. Nymphae Brevis

Phaosfee

C. Nymphae Inconstans Malus

Plaats van voorkomen

Phaosfeeën zijn afkomstig uit Noordwest Europa, van waaruit ze lang geleden richting het westen trokken, tot over de oceaan. Enkelen van hen trokken verder westwaarts, anderen trokken terug richting Europa of zijn daar al die tijd gebleven.
Tegenwoordig wonen ook deze myrofas verspreid over alle werelddelen. Ze bevolken grotendeels de steden van nachtwezens als nachtelfen, vampieren, maar hebben ook hun eigen steden en dorpen.

Uiterlijke beschrijving

De Inconstans Malus heeft vier zwart- of grijsgekleurde vleugels. De fee heeft een lengte die varieert tussen één meter zestig en één meter negentig. Het wezen heeft een mensachtige gestalte, maar de vleugels maken het wezen toch een typische Nymphae.
Het haar van de Phaosfee is zwart of donkerbruin, en altijd steil. Krullen komen niet voor bij het ras, net als enige andere vorm van slag, kroeshaar en dergelijke.

Eigenschappen

Phaosfeeën zijn typische wezens die men onder de categorie “slecht” schaart. Door hun geschiedenis, hun gedrag en houding hebben ze zich weinig vrienden gemaakt. Vier van de vele myrofasrassen, te weten nachtelfen, vampieren, gorgonen en centaurs hebben enigszins goede verbindingen met dit beruchte ras.
Dit ras dient slechts zijn eigen zaak, en maakt zich niet druk om andere belangen. Het zijn wrede en geduchte vechters, listig en sluw, met een sterke neiging tot (oorlogs)misdaden.
Phaosfeeën hechten veel belang aan welvaart en rijkdom, maar zijn ook loyaal aan meerderen en respecteren wezens die sterker en wijzer zijn dan zij. Het is echter onverstandig uit te gaan van hun loyaliteit, het is heel goed mogelijk dat een Phaosfee je laat vallen zodra hij of zij dat beter voor zijn eigen belangen acht.
De Inconstans Malus is goed in boogschutterij en weet zich uitstekend te redden met een lang zwaard. Daarnaast is het ras goed in magie en filosofie.
In de Phaosfee-gezinnen worden meestal ongeveer vier kinderen geboren. Zelden meer of minder.

Magische eigenschappen

Optare Orcus

Verwantschap

(N.) Inconstans (Fee)

Nymphae Nolle Cogitans

Fae of Faeria

NC. Nymphae Barbarus Musca Facilis

Plaats van voorkomen

De Fae komt oorspronkelijk uit Ierland, maar ook Schotland en Engeland zijn niet onbekend met het bestaan van de Faeria. Toch hebben deze landen het wezen niet haar naam gegeven, de naam Fae onstond in Frankrijk, nadat het wezen dat land schijnbaar zelfstandig had bereikt. Vanuit Frankrijk heeft het zich verspreid over bijna volledig Europa, en de verspreiding gaat nog steeds door.
De Faeria leeft vooral op warme plaatsen, grasvelden met veel zon, warme berghellingen en rondom open plaatsen in bossen en wouden. Ook langs het water komen veel Faes voor.

Uiterlijke beschrijving

Faes hebben zes vleugels. Twee die fungeren als armen, twee ontspringend uit hun rug, en twee die fungeren als hun voeten. De wezentjes zijn volledig blauwachtig lichtgevend en ongeveer tien centimeter lang. Vrouwtjes hebben meer vrouwelijke vormen en zijn vaak iets kleiner dan de mannetjes. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben geen haar.

Eigenschappen

Faerias zijn totaal niet in staat tot enige vorm van nadenken. Het wezentje is qua intelligentie vergelijkbaar met vliegen en vogels zoals de mus. De wezentjes zijn niet in staat tot communicatie via woorden, maar gebruiken kwetterende, tinkelende en piepende geluidjes om hun humeur aan te duiden. Voelt het diertje zich bedreigd, dan zal het luidkeels gaan fluiten en voortdurend rond blijven zoemen tot het gevaar is opgeheven. Het fluitende geluid kan na een minuut of wat een gevoel van doofheid opwekken bij iedereen die het al die tijd gehoord heeft.
Een tevreden Musca Facilis maakt kleine piepgeluidjes, en kan rustig stilzitten en rondkijken. Een Fae die niet op zijn gemak is zal echter een hoog zoemend geluid maken, vergelijkbaar met een steekvlieg, en geen moment stilzitten tenzij het wordt gedwongen.
Vanwege hun elfachtige gestalte wordt vaak aangenomen dat het wezentje wel elfachtige eigenschappen moet hebben. Dit is onwaar. Behalve de lichaamsexpressies heeft de Fae geen enkele overeenkomst met intelligente mensen of intelligente myrofas. Het heeft alleen de vorm, maar niet de geest en de intelligentie van die vorm.
De Fae is een zindelijk diertje, en vermakelijk om te zien. Vanwege die eigenschappen en vanwege zijn grote aanhankelijkheid en uitermate vermakelijke magische eigenschappen wordt het vaak als huisdier gehouden. Het is niet snel eenzaam, maar houdt wel van gezelschap. Een Fae kan niet altijd alleen gelaten worden zonder enige vorm van gezelschap, maar andere huisdieren voldoen prima aan die eis.
Faerias fabriceren het zogenaamde elfenstof; een fijne stof vergelijkbaar met stuifmeel. Het stof veroorzaakt vreselijke jeuk, en tilt alles wat het ermee in aanraking komt een paar centimeter van het oppervlakte waar het op lag. De werking houdt een minuut aan, maar vervalt dan even snel als het begon. Het stof heeft geen groot bereik: als het alleen een vinger raakt of een pluk haar, dan zal alleen die vinger of alleen dat haar opgetild worden.
De Fae kan woorden aanleren, maar begrijpt echter niet wat het zegt. Het zal simpelweg de woorden naspreken, met enige moeite. Elk woord dat goed gaat maakt het ontzettend blij, waardoor de Fae opgewonden tinkelende geluidjes maakt. Hierdoor vergeet het regelmatig het net aangeleerde woord. Zinnen worden pas na veel oefenen goed onthouden, maar als het diertje blij of van streek wordt husselt het alle woorden regelmatig door elkaar. Toch zal het trots blijven op het feit dat het de woorden kan uitspreken, en een beloning verlangen.

Magische eigenschappen

Mutatio positus I
Invisum
Vicissitudo visio

Verwantschap

(N.) Parvae Niger (Abatwa)

Spiritus Cogitans

Huisfantoom

C. Spiritus Domus Hortus Culina

Vampierfantoom

C. Spiritus Mortuus Mortuus Nocturnis

Woudfantoom

C. Spiritus Umbra Trucido

Plaats van voorkomen

Woudfantomen komen sporadisch voor in, zoals de naam al zegt, wouden. Ze ontstaan uit de samensmelting van een nachtelf met zijn of haar omgeving.

Eigenschappen

Woudfantomen ontstaan uit nachtelfen die teveel energie aan een woud onttrekken. Die energie vervangt lichamelijke energie die langzamerhand verdwijnt door het gebruik van tevéél magie. (Wouden zijn bijna onuitputtelijke bronnen van natuurlijke magie, net als zeeën en woestijnen.) Daardoor wordt de nachtelf afhankelijk van het woud, tot tenslotte het lichaam van de nachtelfen sterft en de 'geest' of 'wil' of 'gedachten' van de nachtelfen het enige zijn dat nog over is. Gekoppeld aan de magie blijft dat een soort mistig, magisch 'lichaam' in stand houden.
Het lichaam is veel vager en onduidelijker dan bij de meeste fantomen, aangezien het puur uit geest en magie bestaat. Als je een woudfantoom tegenkomt zie je hooguit een lichte of zware mist, die vaag de trekken van een elfenvorm heeft. Regelmatig neemt een woudfantoom alleen maar zwaar vertekende vormen aan; het is best mogelijk dat je enkel een gezicht ziet in de mist, of alleen een hand of voet.
Het woudfantoom is geketend aan het woud, omdat de energie die het gebruikt om in stand te blijven steeds kleiner wordt naar mate er minder bomen in de buurt zijn. Toch zijn deze fantomen in staat hele afstanden langs wegen af te leggen, mits daar een ononderbroken rij bomen aanwezig is. Om een woudfantoom te stoppen hoeft men alleen een aantal bomen om te hakken.
Volgens de mythen veranderen alleen nachtelfen in deze fantomen, aangezien hun godin Cerce de godin van de jacht is. Zij haat het wanneer haar volk haar jachtgebied vernietigt, en geeft de nachtelfen die dat doen dan ook blind voor omstandigheden aan de god Sprilas god van de nimfen en wouden. Deze god trekt de nachtelfen in zijn rijk door ze nimfachtig te maken (hun krachtige lichaam moeten ze verlaten omdat een nimf ook niet een dergelijke kracht heeft) en ze 'bosmagiërs' te maken.

Magische eigenschappen

Woudfantomen zijn hoogst gevaarlijk en agressieve fantomen. Een dergelijk fantoom tegenkomen betekent vrijwel zeker je dood. Ze zijn in staat de volledige omgeving van het woud om je heen te veranderen, en je magische energie op te nemen in een poging hun eigen lichaam te restaureren. Dit helpt ze echter niets, aangezien ze de energie niet op kunnen slaan zonder lichaam.

Verwantschap

Geen.

Spiritus Nolle Cogitans

Faefantoom

NC. Spiritus Barbarus Mortuus Musca Facilis

Konijnfantoom

NC. Spiritus Bestia Umbra Lepus

lexicon_fabularum.txt · Laatst gewijzigd: 05/07/2018 21:46 door tetachan