Maximale leeftijd: 200.
Lengte: 0.40-0.60 meter.
Morele categorie: dagwezen.
Fysieke kenmerken: vingervlug.
Geestelijke kenmerken: nieuwsgierig.
Gemiddeld cijfer voor uiterlijk: 7.1.

Kabouters worden tussen de 40 en 60 centimeter lang. Doordat ze zo klein zijn hebben ze ook voordelen. Ze zijn snel en vingervlug.
De mannen worden erg snel boven op hun hoofd kaal, daarom dragen ze vaak kleine mutsjes om het te verbergen. Alle kaboutermannen dragen baarden, aangezien het zeer ongepast is om deze af te scheren. Kabouters hebben over het algemeen een blanke huid, behalve de kaboutergemeenschappen in China, die hebben hun eigen Chinese kenmerken. Kabouters krijgen meestal 2 en soms 3 kinderen, één komt bijna nooit voor. Er is sowieso altijd één jongen en één meisje bij. Kabouters worden twee keer zo oud als mensen.

Kabouters zijn bedachtzame wezens die ervan houden nieuwe dingen te ontdekken, te onderzoeken en te ontwikkelen.Veel wetenschappelijke boeken zijn dan ook door kabouters geschreven. Ze zijn vriendelijk, meelevend en open. De meesten zijn intelligent en worden met de groei van hun baard wijzer. Het zijn bedachtzame wezens, die graag dingen van veel kanten bekijken. Het schijnt dat het schaakspel oorspronkelijk ook een uitvinding is van hun soort. Kabouters hebben in meerdere of mindere mate de gave met dieren te communiceren. Ze zijn daardoor erg op de natuur gericht en leven samen met haar, niet als haar heerser. Ze eten ook geen vlees en sommigen gaan zelfs zo ver dat ze hun leven stellen in het teken dienstbaarheid aan dieren.

Kabouters bewonen Almaria, Marekka en Nascam

Kabouters dienen Aketvas, god van de tuinen.

Kabouters vinden hun oorsprong in Noord-West Europa, maar aangezien ze zo klein en onopvallend zijn, stuit men al meteen op het eerste probleem in het onderzoek naar hun vroegste bronnen. Maar zeer weinigen wisten heel vroeger van het bestaan van de wezens en dat waren diegenen die dichtbij hen woonden, de rest van de wereld wist niet van hun bestaan. Zelfs nu nog zijn er myrofas die beweren dat kabouters niet bestaan en velen die er nooit eentje hebben gezien. De populatie kabouters is dan ook niet heel groot.
Kabouters zijn vriendelijke en vredelievende natuurwezens. Ze wonen in holen onder de grond en hebben boven de grond alleen een soort van bijeenkomstplekken. Kabouters zijn gemeenschapswezens. Veel van wat ze hebben is gezamenlijk bezit. Ze verafschuwen hun aanverwante ras, de aardmannetjes om hun primitieve manier van leven.
Het was nogal moeilijk voor de kabouter om te integreren in de internationale myrofas wereld. Wegens hun lengte hebben ze namelijk op vele gebieden een grote beperking. Zij blijven dus een beetje geïsoleerd, maar veel kabouters vinden dat ook niet heel erg. Ze houden erg van filosoferen en veel alledaagse dingen interesseren hen niet zo erg.
Kabouters zijn geen vechters, in de myrofasoorlogen kozen ze altijd de kant van degenen die zich “goed” noemden, misschien enkel en alleen al omdat de aardmannetjes de andere kant hadden gekozen en zij zich niet met dat ras wilden identificeren. De rol van kabouters in de oorlogen bestond meestal uit raadgeving of ondersteuning. Kabouters worden tegenwoordig nog veel belaagd, door mensen en myrofas. Daarom verbergen ze zich nog beter dan voorheen.
Een kaboutergemeenschap wordt geleid door een soort van burgemeester, een Bandar genaamd, die leiding en raad geeft. Opmerkelijk voor het ras kabouter, in vergelijking met veel andere rassen, is dat mannen en vrouwen gelijke rechten en kansen hebben. Kabouters leven van de vruchten van het land en eten eigenlijk geen vlees of vis.