Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Zijbalk

godsdienst

Godsdienst

Rituelen

Een belangrijk kenmerk van het volksgeloof was het magische denken en gedrag. Magie is alle handelingen die mensen toepassen om, met bovennatuurlijke krachten, zichzelf voordeel of andere schade te bezorgen. Met magie probeert men meer zekerheid te krijgen die de katholieke kerk niet kon geven. De kerk vertelt hoe mensen een goed leven moeten leiden en begeleid ze daarbij, maar kan niets garanderen. Magische handelingen moesten worden gehouden in een bepaald ritueel. Het moest op de goede plaats, de juiste houding en juiste woorden, anders had je veel kans dat de spreuk niet zou werken.
Het was moeilijk om geloof en bijgeloof uit elkaar te houden. Het geloof bevatte heidense, volkse en christelijke delen. In het katholieken geloof zaten veel heidense dingen zoals het paasfeest. Het paasfeest was oorspronkelijk een Germaans lentefeest. Later werd dit feest christelijk gemaakt en werd daarmee de opstanding van Christus herdacht. Dit geldt voor vele andere feesten zoals het kerstfeest.
Vooral in moeilijke tijden werd er magie gebruikt. De kerk kon moeilijk eisen dat het volk bepaalde geloofskennis had. De boekdrukkunst was ook nog niet uitgevonden en het grootste deel was analfabeet.

Heksenvervolging

In de 16e eeuw vond de reformatie plaats. De protestante kerk scheidt zich af van de katholieke kerk. Belangrijke mensen hierbij waren Martin Luther en Johannes Calvijn. Luther vond dat een mens niet uit zaligheid goede werken kon verrichten. Men moest goede werken verrichten uit dankbaarheid van Gods liefde. Calvijn werd de voorman van de nieuwe kerk. In de protestantse waren heidense dingen verboden. De katholieke kerk probeerde de protestantse kerk tegen te houden, wat gepaard ging met verschillende oorlogen. Dit wordt ook wel de Contrareformatie genoemd. De katholieke kerk zat in de kerksplitsing en probeerde de mensen weer terug te krijgen door magie af te schaffen.
Mensen (80% vrouwen) werden beschuldigd van zwarte magie en werden veroordeeld. Ze waren ketters en verbonden met de duivel. Het heksenbeeld werd steeds negatiever, een heks zou alleen maar kwaad doen en een verband hebben met de duivel. De heksen werden beoordeeld door de inquisitie, de kerkelijke rechtbank. Door tortuur, marteling zouden ze schuld los krijgen. Ze deden verschillende proeven om aan te tonen dat je heks was. Voorbeelden zijn de waterproef, weegproef en het zoeken van een duivelsteken. Als je je schuld had bekend werd je tot de doodstraf veroordeeld, er zijn geen gevallen die het overleefd hebben. Deze heksenvervolgingen duren tot 18e eeuw. Een belangrijke stopzetter is Balthasar Bekker en Johannes Wier.

Bron: http://www.scholieren.com/werkstukken/10638

godsdienst.txt · Laatst gewijzigd: 05/07/2018 21:46 door tetachan