Maximale leeftijd: 200.
Lengte: 0.40-0.60 meter.
Morele categorie: nachtwezen.
Fysieke kenmerken: lenig.
Geestelijke kenmerken: geniepig.
Gemiddeld cijfer voor uiterlijk: 2.8.

Gnomen zien er een beetje zo uit als kabouters, ze zijn in ieder geval ongeveer even groot, namelijk tussen de 40 en 60 centimeter. Ze hebben de kleur van aarde of zand en alles wat daar tussen in zit, vandaar dat ze vooral onder de grond leven, omdat ze zich daar het meeste thuis voelen. Hun ogen zijn zwarte kraaltjes en hun oren puntig en neerhangend van hun hoofd. De mannetjes worden allemaal kaal rond hun 30e, de vrouwen pas rond hun 60e. Hun ledematen zijn lang voor hun lichaam, waardoor ze vrij lenig, maar ook vingervlug zijn. Hun tanden zijn puntig, aangezien ze vooral vlees eten, hoewel ze ook wel noten en andere vruchten eten.

Gnomen zijn vrij stille, geniepige wezens. Ze zullen niet snel vertellen wat ze denken. Daarnaast hebben ze wel een echte koopmansgeest en zijn ze vrij hebberig. Ze hebben vaak de intelligentie wel, maar zijn niet bereid die voor de goede zaak in te zetten. De echt heel domme Gnomen bestaan haast niet meer, maar degenen die er nog wel zijn, hebben vaak een grote bloeddorst en zijn erg gewelddadig. Ook intelligente Gnomen zijn wel bloeddorstig, maar laten dat vaak door andere wezens uitvoeren.

Gnomen bewonen Simedri en Ziddrag

Gnomen dienen Unthor, god van de bliksem en staticiteit.

Gnomen komen vooral veel voor in gebieden rond de Middellandse zee en in Scandinavië. Gnomen leven, net als kabouters in kleine huizen, holen in de grond, spelonken of holle bomen. Hoewel ze nu veel rond de middellandse zee leven hebben zij hun oorsprong in Noord-west Europa. Gnomen hebben niet een ontzettend gekleurde historie.
Het is hun ver uiteenlopende intelligentie die nogal eens heeft gezorgd voor merkwaardige gebeurtenissen in hun geschiedenis. Grofweg waren er twee families van Gnomen, de luie, domme, haast dierlijke familie, en een intelligentere, sluwe en gemene familie. In het begin was er een strikte scheiding in huwelijken tussen die twee familie, maar zoals bij de meeste rassen vermengden zij zich na een tijdje. De authentieke “slimme” familie trok toen weg naar het zuiden, tot ze de zee troffen en bleven daar wonen. In de grote oorlogen zag je vaak het merkwaardige verschijnsel dat de slimmere Gnomen de wildere Gnomen opleiden tot soldaat en verkochten aan de hoogste bieder. Ook buiten de oorlogen begonnen ze dat te doen en ze werden er rijk van.
Gnomen zijn vaak in voor smerige plannetjes, als er maar geld in zit. Het schijnt dat een verborgen familie in Italië een club heeft opgericht die zij de zogenaamde “Maffius” noemen, die zich bezighoudt met dubieuze praktijken en ook daarvoor in te huren is.