Het Bodetal oftewel Bodedal is het smalle deel van het dal tussen Treseburg en Thale in de Harz in Hazdor. Universiteit Ypsilon lag tot voor kort in het Bodetal.
Het dal bevat de volgende bezienswaardigheden:

De Bode is een linkszijdige zijrivier van de Saale in Sachsen-Anhalt. Deze ontspringt in de Hochharz (hoge harzgebergte) en ontwatert de Saale in noordelijke richting. Na 169 km mondt ze bij Nienburg uit in de Saale. Haar naam wordt van de wilde, ongeremde Boheemse koningszoon Bodo afgeleid die in de Rosstrappensage (de sage van het rosgetrappel) in een ruige hond veranderd in de Kronensumpf (het kroonmoeras) in het huidige Bodedal, de kroon van Brunhilde bewaakt.

De Zeven-Broeders-Rots of Goethe-Rots: een meerkoppig granietmassief.
Volgens de sage wilden zeven broers uit het Böhmerwald op deze plaats bij de ingang van het dal een vrouw, die hen had afgewezen, verkrachten. Als straf hiervoor werden de zeven broers in een zevenkoppige rots veranderd. De rots werd naar aanleiding van de 200e geboortedag van Johann Wolfgang von Goethe op 28 augustus 1949 tot Goethe-Rots hernoemd. Op een granietblok in de Bode, onder de rots, bestudeerde Goethe bij zijn bezoek aan het Bodetal de breuken van het gesteente.

Naar de sage achtervolgde op een keer de reus Bode de mooie koningsdochter Brunhilde, die hij tegen haar wil in wilde trouwen. Brunhilde ontvluchtte op een wit ros.
Echter, plotseling doemde voor haar een diepe afgrond op. Brunhilde wist met een moedige sprong van af de Hexentanzplatz (heksendansplaats) de aan de overkant gelegen rots te bereiken. De achtervolger stortte onderwijl in de diepte.
De afdruk van de hoef van het paard is vandaag de dag nog als Rosstrappe in de Harz te zien. De reus Bode verleende het riviertje de naam Bode.

Treseburg is een klein dorpje waarvan het terrein grenst aan dat van Universiteit Ypsilon. Het dorpje heeft een marktplein, een aantal kleine huisjes en een herberg, 'De Lachende Ooievaar'.