Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Zijbalk

bijgeloof

Bijgeloof

Mensen in de middeleeuwen waren erg bijgelovig. Hieronder volgt een kort overzicht hiervan.

13

Uiteraard kent iedereen het getal dertien als ongeluksgetal. In de middeleeuwen was dit niet anders. Vrijdag de dertiende was een ongeluksdag. Dertien wordt onder andere ook geassocieerd met heksen, die er de voorkeur aan zouden geven om met dertien te vergaderen.

Hoefijzers

Een hoefijzer zou beschermen en geluk brengen als het met de 'opening' naar boven gehangen wordt. Het geluk zou dan opgevangen worden. Andersom zou het geluk juist wegstromen. Er zijn echter ook landen waarbij dit juist omgedraaid is, omdat een hoefijzer ongeluk zou weg laten stromen. Een hoefijzer boven de deur hangen zou nog meer geluk brengen.
Verder brengt het ook geluk als je een hoefijzer over je linker schouder gooit, nadat je een wens uitgesproken hebt. Vervolgens moet je doorlopen zonder om te kijken. Vroeger dacht men ook dat dat een hoefijzer heksen en myrofas zou afschrikken die pasgeboren kinderen zouden meenemen.

Klavertje Vier

Een klavertje vier is een teken van voorspoed en geluk. Een klaver op zich zou beschermen tegen de betoveringen van heksen en het klavertje vier zou dit zéker doen. Als je een klavertje vier in je bezit hebt zouden heksen van mensen onderscheiden kunnen worden en feeën en andere Myrofas die normaal onzichtbaar waren ook getoond worden aan je.
Een droom over een klavertje vier voorspelt dat je een lang en voorspoedig huwelijk krijgt en een meisje wat een klavertje vier in haar rechterschoen deed zou trouwen met de eerste man die ze tegenkomt, of iemand die dezelfde naam draagt als zijzelf.
Een klavertje vijf brengt juist ongeluk.

Spiegels

Het breken van een spiegel brengt zeven jaar ongeluk. Ongebruikte spiegels moesten afgedekt worden om te voorkomen dat het bliksem aan zou trekken en in het huis van een overledene moesten de spiegels afgedekt worden. De dood zou immers de menselijke ijdelheid toch doorbreken en de overleden ziel zou de ziel van anderen met zich mee kunnen trekken als dit niet gedaan werd.

Op hout afkloppen

Vroeger kende men het op hout afkloppen nog niet zoals wij dit kenden. De Germanen klopten af op hout, omdat hout de aardse belichaming van hun goden was. Als de Germanen door demonische krachten werden bedreigd met ongeluk zou het hout aanraken er voor zorgen dat de boze geest opgezogen werd door het hout en de grond in gestuurd werd. Christenen moesten een kruis aanraken als ze overmoedig geweest waren. Dit zou herinneren aan de nederigheid waartoe Jezus opriep. Overmoedig zijn tartte niet slechts het noodlot, maar het was ook een zonde.

Zout

Knoeien met zout is niet alleen heel stom om te doen (het is immers erg duur en dus verspilling van geld om ermee te gooien), maar het brengt ook nog eens ongeluk. Om dit op te heffen zal zout over de linkerschouder gegooid moeten worden (nog meer verspilling dus).
Zout kan echter ook geluk brengen. Zout in een zakje steken en meenemen zou geluk brengen in zaken. Om onheil in het donker uit de weg te gaan kan men zout in zijn hand houden. Daarbij zou een kring van zout beschermen tegen de betoveringen van heksen en myrofas.

Geboorte en pasgeborenen

Een algemene angst is het boze oog en myrofas en andere kwade geesten. Verder zou men ook niet meer kleding van noodzakelijk moeten kopen voor de baby er is. Daarbij zou een kat de adem van een baby stelen.

Dieren

Kat
De kat was het symbool van het vleesgeworden kwaad. Duivels heksen en myrofas namen deze gedaante aan en katten werden daarom ook als hun bondgenoten gezien. Het gevolg hiervan was dat katten wreed werden behandeld of gedood werden. Verder offerde men katten voor de boze geesten of werden levend begraven of gedood.
Een kat die te dicht bij te dicht bij je mond komt zou je adem kunnen stelen. Verder krijg je ongeluk als een kat in je huis sterft of als ze mee verhuisd.
In Engeland brengt een zwarte kat geluk en een witte kat ongeluk en een kat die zich over de neus aait zou een voorbode zijn van aangenaam bezoek.
Druïden offerden katten om de vruchtbaarheid over de velden af te smeken. Egyptenaren vereerden de kat (denk aan de kattengodin Bastet).

Bloedzuiger
In de volksgeneeskunde werden bloedzuigers gebruikt als pijnloos alternatief voor aderlaten. Samen met het bloed zouden volgens deze de gebruikers hiervan ook de giftige stoffen uit het lichaam opnemen. De bloedzuigers kregen immers een zwarte kleur.

Ekster
Deze werd beschouwd als onheilsvogel. Eksters zouden het lot kunnen voorspellen. Het zou bijvoorbeeld een oorlog voorspellen wanneer de ze zich in grote groepen verzamelden en luidruchtiger waren dan normaal. Het weer zou ook verslechteren wanneer een ekster lawaaieriger is dan gebruikelijk.

Mol
Een mollenpoot met je meedragen brengt geluk. Verder helpt een mollenpoot als amulet bij een kind bij het doorbreken van de tanden.

Paard
Paard zou goed werken tegen allerlei kwalen. Het vet van manen gebruikte men bij brandwonden en als reumazalf. Bij verkoudheid werd paardenmest gekookt en opgedronken. Had je last van zweren, dan moest je eelt van een paard als amulet dragen.

Kevers
De mestkever werd in het oude Egypte vereerd. Het vliegend hert was in Engeland de brenger van stormen en werd met stenen doodgegooid. De kever Blaps mortisaga zou de dood aankondigen.

Lieveheersbeestjes
Lieveheersbeestjes (die op je af komen vliegen) zien, brengen geluk. Het doden ervan echter brengt groot ongeluk en zouden regen veroorzaken als dit gebeurt door ze dood te trappen.

Spin
Een spin was het symbool van gevaar, giftigheid en boosheid. Kleine spinnen zouden echter geluk brengen. Hierbij speelt het tijdstip van het zien van de spin een belangrijke rol. Een spin die naar beneden kruipt in zijn web is een goed voorteken, maar andersom is er ongeluk op komst. Een achtpotige spin brengt welvaart. In de volksgeneeskunde werd een kruisspin in een walnoot als amulet tegen koorts gedragen.

Vleermuis
Vleermuizen werden in verband gebracht met boze geesten, heksen en vampieren. Ze probeerden het kwaad af te weren met deze wezens door ze levend op de staldeur te nagelen, naast een hoefijzer. Dit was ook meteen een voorbeeld voor wat er met heksen en vampieren zou gebeuren als ze te dicht bij kwamen. Verder zou vleermuizenbloed voorkokmen in heksenzalven.

Reptielen en amfibieën
In Afrika waren kameleons de brengers van ongeluk. In Azië werden schildpadden als geluksbrengers gezien en men vermaalde delen van het schild om te eten of als amulet te dragen. Boomkikkers zouden het weer kunnen voorspellen door hun kleuren en gekwaak. In India worden slangen als goddelijk gezien en als heilig beschouwd.

Varken
Men geloofde dat mensen die varkenshersenen aten geen leugens konden vertellen.

Planten

Levensboom
Bij de Germanen werden bomen geplant bij de geboorte van een kind, het dopen ervan of de dag van de eerstvolgende nieuwe maan. Dit is de zogenaamde levensboom. Het leven van de nieuwgeborene is verbonden met de boom en zal zich op dezelfde manier ontwikkelen.

Lindeboom
De Germanen zagen de lindeboom als heilige boom. De godin Freya zou zich er in vestigen. De geest van de linde gold als beschermer voor huizen, bronnen en kerken. Huwelijken werden gesloten onder de linde, de duimen van de geliefden werden dan in de bast gedrukt.
Een lindetak zou ook helpen tegen tandpijn en zou bij kinderen in amuletvorm beschermen tegen heksen en geesten.

Wilg
Deze was bij de Germanen een symbool van de dood. Heksen zouden in de kruinen van de wilgen rusten. Men maakte daarom fluitjes uit wilgenhout om heksen en duivels te verjagen. Een gebruik bij voodoopraktijken is een knoop leggen in een wilgentak, hiermee zou je iemand anders in het nauw kunnen drijven.

Kruidenwis
Dit is samengesteld uit met vele aandacht en eerbied uitgezochte planten. HEt werd geplukt op een bepaald tijdstip of bij een bepaalde maanstand. Dit was een gebruik bij de Germanen. De druïden verbrandde deze ter ere van de godin Freya.

Maretak
De maretak was bij de Kelten en Germanen een heilige plant, die in vruchtbaarheidsrituelen een belangrijke rol speelde. Bij de midwinterceremonie sneed een in wit geklede druïde met een gouden sikkel de maretak uit een heilige eik. Daarna slachtte hij offerdieren en dompelde de maretak in water, wat men gebruikte als bescherming tegen ziekte en onheil. De offergaven waren bestemd voor de geesten van vruchtbaarheid (zoals Freya).

Heksenkring
Dit is een circel van paddestoelen. De naam heeft het te danken aan de gedachte dat heksen er zouden dansen tijdens sabbatnachten. Het was dan ook zeer gevaarlijk om een voet in een heksenkring te zetten.

Vlier
De bloesem van de vlier zou voorspellende krachten hebben.

Data en weekdagen

Ongeluksdagen
Vrijdag de dertiende brengt ongeluk.

Eén april werd gezien als ongeluksdag, kinderen die in de maand april geboren werden zouden dan ook ongelukskinderen zijn (moeilijk te voeden, kromgroeien, niet lang leven, alles verkeerd doen en hun hele leven ongelukkig zijn). Gereedschap gemaakt op die dag zou iedereen die er mee werkte ongeluk brengen.

Weekdagen
Zondag
Zondag was een rustdag. Op het arbeid verricht op deze dag zou dan ook geen zegen rustte, want arbeid verstoorde de rust. Zondags in huis werken zou ratten en muizen aantrekken. Enkele uitdrukkingen:

  • Zondagskind, gelukskind.
  • Als het 's zondags regent onder de hoogmis, dan regent het gans de week.
  • Wat men zondags wint, breekt men in de week de nek!
  • Een zondagsteek houdt geen week.

Maandag

  • Wie 's maandags iets leent, is het kwijt.
  • Wat 's maandags begint, 's zaterdags verslindt.
  • De maandag is de broer van de zondag (dronkemansgezegde).
  • Een maandagse maan kan niet zonder wind of regen vergaan.

Dinsdag
Dit was een geluksdag. Het was gunstig om te beginnen aan werk, een reis, huwelijk of de dienst.

Woensdag
Dit zou in verband staan met tovenarij. De dag dat heksen uitreden.

Donderdag
Het was een voklsgewoonte dat een vrijer op donderdag een bezoek brengt aan het huis van zijn meisje. Het zou een gunstige dag zijn om in het huwelijk te treden of recht te spreken.
Uitdrukking:

  • Als de donderdag komt, is de week verloren.

Zaterdag
Een persoon geboren op zaterdag zou heel perfectionistisch zijn. Uitdrukking:

  • Geen zaterdag zo kwaad, of de zon schijnt vroeg of laat.

Jaarlijkse ongeluksdagen

  • Januari: In deze eerste maand zijn de één en zeven als een scherp zwaard te vrezen.
  • Februari: De vierde wil de dood in lokken; de derde doet de adem stokken.
  • Maart: Voor de eerste wee de gulzigaard; de vierde is de laatste voor de dronkaard.
  • April: Op de tiende en de elfde beide, zal de dood een 'warm' ontvangst bereiden.
  • Mei: De eerste stopt de arme in z'n leven; in één uur tijd moordt de zeven.
  • Juni: De tiende komt met een doods visioen; op de vijftiende kan men tegen het lot niets doen.
  • Juli: De dertiende is een fatale dag; op de vierde valt voor velen de laatste slag.
  • Regent het op 13 juli (Sinte Margriet), dan blijft het 14 dagen regenen.
  • Augustus: De eerste doodt met onverwachte slag; de tweede krijgt een leger 't graf.
  • September: De derde dag dompelt in rouw; de tiende is rampzalig voor man en vrouw.
  • Oktober: De derde en tiende, hun adem verpest, zijn even gevaarlijk als de Zwarte Pest.
  • November: De vijfde brengt een dodelijke pijn; de derde zal ook vol vernietiging zijn.
  • December: De zevende is fataal voor 't menselijk leven en ook de tiende is van dood vergeven.

Handelingen, voorwerpen en gebeurtenissen

Ongeluk

  • Aan tafel niezen: een sterfgeval in de familie.
  • Een lieveheersbeestje doden; brengt groot ongeluk.
  • Een duif horen koeren bij het aanbreken van een nieuwjaarsdag, terwijl je een heuvel afdaalt: het komende jaar staat dan in een slecht teken.
  • Een kikker dood trappen: er sterft een koe.
  • Tegelijkertijd de voor- en achterdeur van een huis openzetten.
  • Op zondag je nagels knippen: de zondag daarop word je ziek.
  • Graven tellen.
  • Een boek laten vallen en er niet op gaan staan.
  • Een aanzoek doen in een kerk: voorspelt een ongelukkig huwelijk.
  • Niezen op zondag: een hele week heibel.
  • De sterren tellen.
  • Je haar kammen als het donker is.
  • Appelhout stoken.
  • Een wilde vogel in huis brengen.
  • Van kool dromen.
  • Nieuwe kleren wassen voor ze gedragen zijn.
  • Een nieuwe ingang in een oud huis maken.
  • Iemand nakijken tot hij geheel uit het zicht verdwenen is.
  • Een kraai zien.
  • Fruitbomen twee keer in één jaar laten bloeien.
  • Zoete aardappelen in bloei laten komen.
  • Een treurwilg planten.
  • Een vleermuis je haar laten raken of erop laten landen.
  • Je kat meenemen als je verhuist.
  • Na het invallen van de duisternis as opruimen.
  • Gele bloemen bij een huwelijk.
  • Drie bloeddruppels uit de neus: de geliefde is ontrouw.
  • Een boterham die op de beboterde zijde valt.
  • Kamernummer, plaatsnummer of afdelingsnummer dertien.
  • Verlies van trouwring.
  • Geboortedag op 1 maart, 1 april, 1 augustus of 1 december.
  • Het inzakken van een graf: de gestorvene zou naar de hel gaan.
  • Het tsjirpen van een krekel in huis.
  • Hommel die het huis invliegt.
  • De kat die zijn staart likt: betekent onaangenaam bezoek.
  • Zwarte kat aan de linkerzijde.
  • Geroep van uilen.
  • Een kaars met een blauwige vlam.
  • Een kerstboom die twee keer per jaar in bloei staat.
  • Vijfvoudige klaverblad.
  • Onverklaarbare klopgeluiden in huis.
  • Witte koolbladeren.
  • Het verschijnen van een komeet.
  • Ontmoeting met iemand zonder hoofd .
  • Drie molshopen naast elkaar.
  • Een bloedend linkerneusgat.
  • Een non of priester tegenkomen.
  • Het tuiten van het linkeroor: betekent slecht bericht.
  • Een roodstaartje dat op het dak zingt: voorbode van brand.
  • Krakende en piepende schoenen: deze moeten nog betaald worden.
  • Zonsverduistering of maansverduistering.
  • Een spin in de morgen (brengt kommer en zorgen)
  • Struikelen.
  • De ooievaar verlaat vroegtijdig zijn nest op het dak: het huis zal binnenkort afbranden.

Geluk

  • Een peulvrucht met 9 erwten.
  • Zingen voor het ontbijt.
  • Vliegende vleermuizen in de schemering.
  • (Voor het ontbijt) 3 keer niezen: brengt morgen goed weer.
  • Een pannenkoek eten.
  • Het plotseling kietelen in de palm van je rechterhand: voorbode van geld.
  • Een hert dat met Nieuwjaar bronstig loeit.
  • Een gevonden hoefijzer.
  • Een vreemde hond die mee naar huis loopt.
  • Tussen gestreken lakens slapen.
  • Een ontmoeting met een leeuw: brengt bescherming.
  • Een lieveheersbeestje dat op je af komt vliegen.
  • Een witte muis.
  • Een nachtegaal horen zingen.
  • Jeuk aan de neus: binnenkort krijgt men een geschenk.
  • Een bloedend rechterneusgat.
  • Over de rechterschouder naar de nieuwe maan kijken.
  • Het tuiten van het rechteroor: voorbode van goed bericht.
  • Een gevonden cent.
  • Regen bij een begrafenis.
  • In de regen wandelen.
  • Een schaapje aan de linkerhand.
  • Scherven, maar niet van een spiegel.
  • Witte vlinder.
  • Een schoorsteenveger tegenkomen/aanraken.
  • Zwaluwen die onder de nok van het dak nestelen.
  • Vette, vrolijke mussen: voorspellen een rijke oogst.
  • 's Avonds spinnen.
  • Een ooievaar op het dak.
  • Tijdens storm de haren laten knippen.
  • Een hooiwagen.
  • Vogelpoep op je hoofd.
  • Het afkloppen op hout.
bijgeloof.txt · Laatst gewijzigd: 05/07/2018 21:46 door tetachan