De elementenleer is een al zeer oude levensvisie, die door Thales van Milete oorspronkelijk bedacht werd. Zijn uitspraak 'alles is water' vormt de grondslag van de elementenleer. Zijn leer werd uitgebreid door Anaximander die beweerde dat 'alles goddelijk van oorsprong' was (of ook wel 'ether'), door Heraclitus van Efeze die beweerde dat vuur het oerelement was, en door Anaximenes die beweerde dat alles was opgebouwd uit lucht.
Deze oerversies van de huidige elementenleer werden uitgewerkt door Empedocles die de vier elementen aarde, water, vuur en lucht als bouwstenen van de zichtbare werkelijkheid beschouwde.
Plato gaf elk van de elementen hun eigen vorm:
Hippocrates bond de elementen aan bestaande lichaamssappen en bijbehorende stemmingen:
En Aristoteles merkte op dat de elementen nooit volledig zonder elkaar bestaan, en gaf de elementen een eigen warmtegraad en een vochtigheidsgraad: