Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Zijbalk

taalkundige_kwesties

Taalkundige kwesties

Nederlandse grammatica

Samengesteld door: Aegnor Ancalimë (met commentaar van enkele anderen)

Ik zie op het forum veel postings voorbij komen en ook wanneer ik Vanilla Vladistov (de gildemeester) help bij haar intensieve taak om alle nieuwe karakterkaarten na te kijken zie ik veel teksten. Het valt me daarbij op dat het gemiddelde niveau qua schrijfvaardigheid erg hoog ligt. Natuurlijk is dat niet heel verwonderlijk bij en spel dat draait om schrijven. Wat me verder opvalt is dat als er fouten worden gemaakt dat heel vaak dezelfde soort fouten zijn. Nu dacht ik dat het misschien wel handig kon zijn om deze fouten eens op een rijtje te zetten en daar wat zinnigs over proberen te zeggen.
Ik realiseer mij dat ik hierbij het risico loop om als spellingsfreak gezien te worden, maar het is enkel mijn bedoeling de personen die dat willen handvatten aan te reiken waarmee ze nog beter kunnen schrijven. Ik ga mij niet wagen aan het citeren van concrete karakters maar zal enkel de fout benoemen. Aegnor Ancalimë

Werkwoorden

Fout: Henk vind het maar vreemd.
Goed: Henk vindt het maar vreemd.
Waarom: 'Vindt' is hier de persoonsvorm in de zin. Het onderwerp is in de derde persoon enkelvoud (hij/zij/het) en dus krijgt de persoonsvorm in de tegenwoodige tijd een t. Het hele werkwoord is 'vinden' en de stam is 'vind'. Wanneer we hier een t achter plakken wordt het 'hij vindt', zoals het ook 'hij wordt' is.
Om het smurfentrucje er maar bij te halen: weet je niet zeker of het met een d, t of dt is? Verander het werkwoord door 'smurfen' en dan hoor je vanzelf of er een t moet. 'Henk smurft het maar vreemd'.\\
Uitzondering: De Nederlandse taal zou zichzelf niet zijn wanneer er geen uitzondering was. De werkwoorden 'kunnen', 'zullen', 'mogen' en 'willen' krijgen geen t achter de stam: hij kan, hij zal, hij mag, hij wil.

Fout: Ingrid had de noodkreet gehoort.
Goed: Ingrid had de noodkreet gehoord.
Waarom: Sommige voltooid deelwoorden worden met een 'd' geschreven en sommigen met een 't'. Om te weten welke van deze twee je moet kiezen kun je een van de volgende twee manieren gebruiken:
1. Allereerst op de snelle maar onnauwkeurige manier door het woord in de verleden tijd te zetten: Horen → hoorde. Dus het voltooid deelwoord is met een d. Hopen → hoopte, dus het voltooid deelwoord is met een t.
Het probleem hiermee is wel dat er ongetwijfeld woorden zijn die je alleen kent uit de spreektaal en die in de verleden tijd niet correct gebruikt worden. Wanneer je dan bovenstaande truc toepast kun je een verkeerd voltooid deelwoord krijgen. Er is echter een vrij eenvoudige regel voor deze zaken:
2. Neem het hele werkwoord en haal daar 'en' van af. Horen → hor-en. Hopen → hop-en.
Let vervolgens op de laatste letter en kijk of deze voorkomt in het volgende woord: 't kofschip / 't fokschaap. Zit de laatste letter in 't kofschip / 't fokschaap? Dan is het voltooid deelwoord met een t. Is dat niet het geval, dan is het voltooid deelwoord met een d. (Dit geldt alleen voor medeklinkers! De klinkers krijgen altijd een d.) Hor-en niet, dus voltooid deelwoord is gehoord. Hop-en wel, dus voltooid deelwoord is gehoopt. Aai-en is een klinker, dus voltooid deelwoord is geaaid.\\
Uitzondering: Deze regel gaat alleen op bij zwakke werkwoorden. De sterke werkwoorden hebben eenvoudiger voltooid deelwoorden: gelopen, gezien, genomen, gelachen, etc.

Spreektaal <> schrijftaal

Fout: De nachtelfen wouden snel een biertje drinken.
Goed: De nachtelfen wilden snel een biertje drinken.
Waarom: De verleden tijd van de meervoudsvorm van willen is in correct Nederlands 'wilden'. Dat veel mensen 'wouden' gebruiken is omdat dit spreektaal is, maar dit is niet correct. De enkelvoudsvorm 'wou' is officieel wel goed, maar staat niet heel netjes in geschreven teksten. Mocht je later officiële teksten gaan schrijven is het misschien goed dit alvast aan te leren.

Opsplitsen van woorden

Fout: 'Er vanuit gaan' of 'er van uit gaan'.
Goed: 'ervan uitgaan', volgens het taalgenootschap:
Waarom: Volgens het Taalgenootschap is juist: 'We gaan ervan uit dat het zal lukken.' Ervan vormt één geheel; uit blijft los staan omdat het bij het werkwoord (gaan) hoort. Het is uitgaan van iets en ervan uitgaan dat … Een paar voorbeeldzinnen:

  Ervan uitgaande dat de cijfers juist zijn, ga ik akkoord.\\
  Ik ben ervan uitgegaan dat de cijfers juist zijn.\\
  Ik ga ervan uit dat de cijfers juist zijn.\\
  Ik vind dat we ervan moeten uitgaan dat de cijfers juist zijn.

Meervoud van woorden

Is het meervoud van pegasus nou pegasi of pegasussen? Eén gorgo en twee gorgonen, 24 gorgo's? Weet jij het? Hier een overzicht van meningen voor en tegen:

Is het fauns of faunen?
Woordenlijst.org zegt faunen, maar zelf geef ik de voorkeur aan fauns omdat het mooier klinkt

En de pegasus: hebben we het dan over pegasi of pegasussen?
Op het grond van het latijn is het 1 pegasus, 2 pegasi.

Centaurs of centauren?
Het groene boekje zegt: centauren.

Is Myrofas met een hoofdletter of een kleine letter?
Het hangt er een beetje vanaf waar de naam precies op slaat. Als het puur een aanduiding is van alle intelligente magische wezens, dan zou het zonder hoofdletter zijn (inderdaad net als vogels of zoogdieren). Dan is het een soortnaam. Als er een culturele achtergrond achter zit en het woord bijvoorbeeld oorspronkelijk van een land is afgeleid, of iets anders waarbij het echt als een naam telt, dan is het met hoofdletter (zoals Nederlanders of Europeanen).
Als naam van het spel is het natuurlijk sowieso Myrofas.

taalkundige_kwesties.txt · Laatst gewijzigd: 05/07/2018 21:46 door tetachan