Dwergen staan niet bekend om hun grote religiositeit. Toch heeft de cultus van Mortos van IJzer, god van alle edelmetalen (behalve zilver) en ijver, een belangrijke plaats in de samenleving van de dwergen. Mortos is een harde god. Hij hecht eraan dat zijn cultus goed wordt uitgevoerd. Aan zijn priesters stelt hij hoge eisen. Falen de priesters in hun ijver voor de cultus, dan laat Mortos in zijn woede delen van dwergensteden verzakken of instorten.

Het beroep van priester is het meest verafschuwde beroep bij het dwergenras. Een dwerg moet veel studie doen voordat hij toegelaten wordt tot de priesterdienst. Eenmaal in dienst van Mortos van IJzer werkt de priester door totdat hij van uitputting neerstort. De neergestorte priester zal nooit meer opstaan. Door een moment te nemen om te rusten, heeft hij gefaald in zijn dienst aan Mortos en moet hij sterven om Mortos' teleurstelling en woede over zijn falen te sussen. Wordt de priester niet op tijd vervangen door een andere, dan richt de dwergengod zijn woede op de steden van de dwergen.

Het priesterschap staat open voor zowel mannen als vrouwen. De minimale leeftijd om in dienst te treden is 14 jaar. Mortos van IJzer neemt alleen genoegen met gezonde, fitte dwergen. Het priesterschap is immers zwaar. Omdat het beroep van dwergenpriester vroeg of laat dodelijk is, zijn er slechts weinig dwergen die zich vrijwillig aanmelden voor de cultus van Mortos van IJzer. Om te voorkomen dat er een tekort ontstaat aan priesters - dit zou een reëel gevaar opleveren voor de dwergensteden - is bepaald dat het vierde kind van elke dwergenfamilie moet worden afgestaan aan een heiligdom om daar opgevoed en voorbereid te worden tot een leven in dienst van Mortos van IJzer. Eventuele geboortebeperking na het derde kind wordt zwaar gestraft.

Hoewel alle dwergen een bijzonder goed gevoel voor techniek en architectuur hebben, zijn het de dwergenpriesters die de meeste kennis hebben van structuren. In tijden dat er veel priesters zijn, bloeit de wetenschap. De priesters die niet hoeven worden ingezet voor de priesterdienst besteden hun tijd met onderzoek en studie. Om deze reden worden ze met veel respect behandeld en vaak om advies gevraagd bij de constructie van nieuwe mijngangen en andere structuren.