Geslacht: vrouw
Ras: nachtelf
Woonplaats: Almaria
Beroep: kasteelvrouwe

Alia Tolkan werd geboren op 3 februari 1039 aan de kust van Almaria als oudste dochter van een lage edelman. Ze groeide op in betrekkelijke luxe en werd aan het hof van haar vader opgevoed met als enige doel om een geschikte huwelijkskandidate te worden voor een succesvolle edele. Op zeer jonge leeftijd - ze was nog geen zestig - werd ze beloofd aan een knappe nachtelf met de naam Ajith Mairtín. In 1088 werden de twee verbonden in wat een ongelukkig huwelijk zou worden.

Aanvankelijk overlaadde de jonge nachtelf zijn bruidje met geschenken, maar toen zij hem maar geen nageslacht schonk, werd hij ongeduldig en nors. Alia Tolkan die in het begin nooit van de zijde van haar eega was geweken, was nu steeds vaker buiten te vinden. Ze hield ervan op haar paard te rijden of op vogeljacht te gaan met haar hofdame. Tijdens een van die uitstapjes kwam ze in aanraking met een charmante man. Het bleek een roedelleider te zijn van een rondzwervende weerwolvengroep. Zijn naam was Ravnos Mtuc en hij luisterde vol begrip naar Alia Tolkans klaagzangen. Al snel waren de jachtpartijen en ritjes niets meer dan een excuus om Ravnos te ontmoeten.

Jong als ze was, was ze zich er niet van bewust dat haar afwezigheid Mairtín begon op te vallen. Toen ze op een nacht bij Ravnos lag, ontplofte de wereld. Overal klonk gekrijs en gehuil, binnen afzienbare tijd rook en hoorde ze hoe vuur om zich heen sloeg. Plotseling stond er een silhouet in de deuropening, eentje die ze uit duizenden zou herkennen. Ze probeerde te verklaren, te vluchten, te smeken, maar alles was tevergeefs. Ze stierf met op haar netvlies de razende, naar waanzin neigende blik van Ajith Mairtín.