Peinzend wierp Gisèle een blik op de ketel. Er had een elixer in moeten zitten, maar dat wat erin zat leek in de verste verte niet op wat het moest worden. Ze kon blij zijn dat het niet was ontploft. Was ze een ingrediënt vergeten? Nee toch, ze had het lijstje nog speciaal gecheckt! Had ze het kruid niet genoeg fijn gestampt? Te wild geroerd? Er zat niks anders meer op, dit goedje kon niet meer gered worden. Voor een moment dacht ze eraan om het nonchalant uit het raam te gooien. Weg is weg, niet? Maar dat was bij nader inzien misschien niet het beste idee. Met de ketel onder haar arm beende ze naar buiten.
'Goedemorgen heer Malt', groette Gisèle de fee een paar deuren verderop
[1]. Ze wandelde naar de goot en kieperde de ketel erin om. Een dubieus groen mengsel stroomde eruit en verdween licht bubbelend in de afvoer. Een merkwaardige lucht vulde de straat, waarvan niet te zeggen was of het nu aangenaam rook of stonk. Het mislukte elixer in de goot dumpen was waarschijnlijk ook geen goede optie, maar het was een prima alternatief voor het raam.
'Er was mij iets ter ore gekomen,' babbelde de weerwolf, terwijl ze terug liep met de ketel. 'Iets over de draak, u weet wel, dat nare beest.. Maar hoorde ik nu dat u van plan was om hem te gaan zoeken? Dappere keus, hoor.' Gisèle keek even op naar de lucht, alsof de monsterlijke draak daar ieder moment kon verschijnen. Grote bek, scherpe tanden, klauwen die je zo uiteen reten.. Zo'n beest was eigenlijk ook wel indrukwekkend. Desondanks had Gisèle de draak liever dood dan levend. Hij leverde veel te veel problemen op.
'Ja, dat vind ik een hele goede zaak.' Ze twijfelde even. Stiekem had ze behoorlijk de behoefte om aan de dagelijkse sleur in Oikilan te ontsnappen, en een avontuur te beleven zoals vroeger.. Maar dat kon ze niet meer maken, toch?
'Ik ben enigszins nieuwsgierig, hoe kwam u op het plan? En wat is uw strategie?' Haar ogen twinkelden lichtjes.
[2]