Het was zondagavond, na het avondeten. Voor Valerie was het haast een gewoonte om op dit tijdstip door de mentorgang te lopen. Haar afspraak met vrouwe Meradon
[1] stond al sinds het begin van haar tijd op Bumetrel. Ook al was het nog maar iets meer dan een maand geleden, het voelde voor de jonge phaosfee als een eeuwigheid. In de tussentijd had ze verschillende brieven heen en weer gestuurd met haar broer, maar de brieven van haar ouders had ze nooit beantwoord. Ze had het haar moeder nog steeds niet vergeven dat ze naar deze gevangenis was gestuurd.
Valerie had geen zin in het gesprek en dat was genoeg voor haar om niet op de deur te kloppen. De faun kon het vanavond vertikken, zij wilde zo graag van die stomme mentorgesprekjes, nou dan moest zij er ook maar wat moeite voor doen. Valerie had er genoeg van, ze eindigde toch altijd hetzelfde. Die faun wilde weten hoe het met haar ging en dan vond ze dat Valerie allerlei dingen anders moest doen en het was ook nooit goed waardoor de phaosfee weer de rest van de avond chagrijnig was.
Net als de faun kon ook haar moeder stikken in haar plan. Natuurlijk wilde Valerie geen kunst of wijsbegeerte gaan studeren. Wat had ze daar nu weer aan?! Dan kon ze ook klerk worden en de hele dag dingen opschrijven omdat andere myrofas te lui waren? Zelfs als Zeno het haar zou vragen, zou ze nog geen klerk worden, of iets anders in die trant.
Vandaag was het eindelijk tijd om te doen wat ze zelf wilde. En vastberaden klopte ze op de deur van de groene mentrix. Rustig wachtte ze tot ze naar binnen mocht, waarna ze zelfverzekerd het kantoor binnen liep. Begroette ze de vrouw met een nette knix. Dat was misschien wel een van de eerste knixen die de phaosfee gemaakt had sinds ze hier op Bumetrel naar binnen was geduwd.
"Goedenavond vrouwe Mocha," zei ze beleefd. "Zou ik u mogen storen om iets te vragen?"