De executie had snel en geruisloos moeten verlopen zijn. Het was naar binnen, de woede van het IRMM laten voelen en weer terug. Geen ooggetuigen, geen toeschouwers. Standaard procedure. Onmerkbaar en ongehoord in de vroege ochtend dankzij de zwarte mantel met nette strakke stiksel van geel langs de randen, een al te bekend borduursel van het IRMM op haar borst genaaid. Een draai op de al te bekende uniformen van de openbare garde. Onbekend voor menig myrofas, maar deze kant van het IRMM was een cruciale acquisitie wou het rechtsysteem echt kunnen slagen. Informatie was hun voornaamste interesse en het manipuleren daarvan om ervoor te zorgen dat de orde, ook in de landen die buiten de officiële IRMM handregeling stonden, te behouden. Er gebeurde nare zaken in de schaduwen van de openbare en publieke garde, de uithoeken van het IRMM die moesten handelen met orde en rechtvaardigheid wat niet voor de ogen van de menigte vrij gegeven mocht worden. Maar heel af en toe... Heel af en toe kregen ze het groene licht om een grote dreiging van kant te maken.
En deze taak specifiek had Alice persoonlijk op zich genomen. Hoeveel maanden ze wel niet gesmeekt had om zijn executie. Deze vampier, of eerder gezegd, dit misbaksel, had het zijn persoonlijke missie gemaakt om elke kleine myrofas op zijn pad een childe te maken. Het enige wat het IRMM de gehele tijd nog miste was het harde bewijs. Hij was geniepig en wist dat haar spionnen een oog op hem hielden ten alle tijden, en dus hij wist constant door haar vingers heen te glippen. Maar niet voor langer. Een lokaas was alles wat er nodig was en hij greep er rechtstreeks naar. Zodra het bewijs werd aangeleverd aan haar hogere officiers kwam er een executie bevel en die nam ze met alle liefde op zich.
Maar ze had haar positie verraden, haast een lachwekkende beginnersfout. Een klein geluid van een steen die los lag in zijn fundering op de vloer had hem bewust gemaakt van haar aanwezigheid en wat begon als een kalme en vlotte eliminatie, groeide uit tot een gevecht tussen leven en dood. Zijn zwaard kwam al stotend tegen haar rapier terwijl ze hem terug probeerde te werken. Hij was getalenteerd en hakte er een aantal keer in haar benen en armen, maar hij kon haar defensie niet doorbreken. Ze was hier te getraind voor, jaren lang Heracor gevolgd door intensieve IRMM training. Alice was keihard geworden en ze maaide hem neer niet al te lang later. Ze ramde haar rapier eerst door zijn hart, toen hij eenmaal bewusteloos op de grond lag haalde ze de prachtig ingelegde houten staak die ze had laten maken te voorschijn en jaagde deze er nog een keer achteraan. Het was een pittige strijd maar zijn oordeel was geveld. Een rechtstreekse tocht richting Amina. Spetters en streken van bloed zat op haar gezicht en op haar mantel, een onnodige gejaagde ademhaling door de inspanning en het geluid van childes die kwamen aanrennen in de verte, ongetwijfeld telepatisch gewaarschuwd voor het gevaar door haar doelwit. Verdomd... Hoe kwam ze weg zonder dat ze haar zagen. Ze trok beide wapens uit het lijk en stond op, jagend opzoek naar een uitweg.
Maar dat bleek al voor haar bepaald te zijn. Haar lichaam leek om zichzelf heen te draaien en de muren van de kerker waar ze zich in verkeerde leken te vervagen. Dit gevoel was haar lichtelijk bekend maar had het in geen jaren mee gemaakt, gecombineerd met het element van de verassing maakte het haar misselijk en verdwaasd. De kloof tussen het ruimte, tijd-continuüm spuugde haar weer uit alsof ze verworven en walgelijk was en ineens stond ze tussen muren, een grasveld, een paar bomen en verbaasde jonge myrofas. Haar ogen begonnen te prikken van het velle daglicht, de zon straalde vel in haar gezicht en haar capuchon lag nutteloos op haar rug na de intensiteit van de strijd. Alles om haar heen was echter gedesoriënteerd en wit van het felle licht en ze was misselijk, goden, wat was ze misselijk. Ze had niet gedacht dat ze dit gevoel ooit nog echt zou ervaren en daar kon ze prima mee leven. Het was een geluk dat haar handen in zwart leren handschoenen waren gestopt ondanks dat ze behoorlijk bebloed waren en dat haar mantel haar huid voor het overgroot gedeelte bedekte tegen de felheid van de onvergefelijke zon. Alice had zijn warmte in geen jaren meer gevoeld. Zijn warmte... Zijn extreme... verhitte warme. Hoe het de vegen en druppels van vers bloed leek op te drogen in een instantie en hoe die verdroging door leek te trekken in haar huid, warmer. Het leek haar uit te drogen en het leek haar huid in elkaar schrompelen en het werd alsmaar heter en warmer terwijl de wereld langzaam begon neer te dalen om haar heen, haar ogen langzamerhand begonnen te wennen aan de zonlicht en de licht gehulde omgeving waar ze nu stond.
En toen daalde het bij haar dat ze met blote huid in directe zonlicht stond en dat haar huid in de begin stadia was van de verbranding.
Vliegensvlug sprintte ze naar de eerste en beste schaduw van een boom en gooide met een angst haar capuchon op, inéénkruipend tegen de brandende pijn op haar wangen, nek en het kleine gedeelte wat er ontbloot was van haar decolleté. Ze keek op. Geschrokte myrofas. Jonge leerlingen, mantels van Bumetrel, de verschillende kleuren van rood, blauw en groen. Een bebloede vrouwelijke jong ogende vampier, abrupt in de midden van het... Ze keek rond. Van de binnenplaats? Haar survival emoties werden gekalmeerd met elke hap adem die ze eruit hijgde. De zon nog steeds een dreiging tussen haar en haar capuchon.
"Jij!" Ze schreeuwde met autoriteit naar een willekeurige leerling. "Haal een persoon met autoriteit op! Tetachan Mocha? Gustaf Vladistov? Iemand!" God, wie zaten er normaliter nog op Bumetrel? Welke posities waren inmiddels verwisseld en opgevuld? En belangrijker nog. Hoe in de blauwe hemel was zij helemaal vanuit Skalatin naar het meest centrale deel van Bumetrel geteleporteerd?