Bertus keek Fi na, half spijtig dat ze weg was. Maar zijn beslissing was versterkt nu hij haar nogmaals had gezien. Hij had eerder een aantrekking tot haar gevoeld en dat was er nog steeds. Ook nu hij hier met een kalm hoofd zat zonder water in zijn longen. Deze aantrekking zorgde ervoor dat Bertus Fi in zijn buurt wilde hebben. Hij wilde haar winnen, haar ontdekken, haar veroveren. Maar eerst moest hij langs haar vader zien te komen.
"Absoluut niet, zij is het omgekeerde van een last. Haar aanwezigheid zal ongetwijfeld een balsem voor u zijn. Haar vriendelijkheid doet haar omgeving opleven." Dit soort gesprekken waren lastig voor Bertus. Hij moest voorzichtig te werk gaan, één verkeerd woord en hij joeg de vader op de kling. Te veel complimenten was verkeerd, maar te weinig ook.
"Maar ik vermoed dat juist daarom het ook een last moet zijn. Het leven is niet simpel en gevaar loert om elke hoek. Als ik een dochter had, zou er geen dag passeren zonder dat ik me zorgen maak om haar veiligheid. Dat is de last die ik bedoel." Bertus probeerde ontwapenend te glimlachen, omdat hij wist dat het makkelijk als een dreigement kon worden opgevat. Ook dat zou niet goed zijn.
"U wilt natuurlijk alleen het beste voor haar, ook in de toekomst. Ik bied haar een plek voor haarzelf aan, voor het grootste gedeelte uit dankbaarheid. Ongeacht wat de toekomst brengen mogen, het is een garantie. Het neemt een last uit uw handen dat, wanneer u onverhoopt mocht komen te overlijden, uw dochter een goed leven zal blijven kunnen lijden. Dát is hetgeen ik u aanbied."
Het aanbod lag op tafel. Het was in Bertus ogen een mooi aanbod. En daar stond natuurlijk een prijs voor: "Zoals ik al zei, ik doe dit voornamelijk uit dankbaarheid. Maar ik vraag in ruil een ding. Uw toestemming - uw goedkeuring zal ik maar zeggen - om Fiona het hof te mogen maken. Zij heeft mijn aandacht getrokken en ik zou graag zien of we bij elkaar passen. Binnen alle grenzen van de fatsoen, natuurlijk."