Het was Myrrh duidelijk dat de jongen een slechte dag achter de rug had. Niet dat het haar wat interesseerde. Ze vond het wel een keer fijn dat een leerling haar niet alles over het ongeval vertelde. 'En wat is je achternaam?' Het dossier moest wel compleet gemaakt worden.
Myrrh bekeek de schaafwond even maar het zag er alles behalve ernstig uit. Ze zou er niet al te veel aan doen. De kat krabbelde nog wat op en bekeek het wattenstaafje.
[1] 'Hmm je tegenstander heeft je vergiftigd met iets. Ik ga een tegengif voor je pakken als er wat is schreeuw je maar.' Nachtelfen konden wel even alleen blijven. Meestal verbeten die de pijn wel. En dit gif, langzaam werkend dat wel, kon erg pijnlijk zijn.
'Zo daar ben ik weer, gaat het nog een beetje met de pijn? Ik kan het wat verzachten voor je als je wilt.' Naast het tegengif had de kat ook een bak met water en een doek meegenomen om de wonden mee schoon te maken. Waar ze ook mee begon.
Toen dat was gebeurd werd het tegengif in de wond gedruppeld. Om vervolgens alles netjes dicht te maken met als laatste een mooi verbandje.
'Je zal hier nog even moeten blijven liggen. Ik wil graag zien dat het tegengif zijn werk doet. Als dat het geval is dan mag je van mij gaan. Als je je goed voelt natuurlijk.'